601 nieuws was, immers men had die bij de wapens M. II tengevolge der grootere spreiding niet opgemerkt, terwijl later toch geconstateerd werd, dat de geweren M. li wel degelijk een trillingshoek hadden. Daar men bij die geweren M. II geen klachten had ver nomen over het kromtrekken van het ladehout, kan ik mij begrijpen, dat de commissie voor de geweren M. 95, de nu en dan voorkomende abnormale afwijking toeschreef aan een tijde lijke wijziging der trillingshoek. Door te zeggen dat in de meeste gevallen het kromtrekken van het ladehout oorzaak was enz. hield ik een slag om den arm. Immers klemmende banden, rammelende bajonet e. d. g. hebben ook abnormale afwijkingen tengevolge. Echter meen ik, dat het krom trekken van het ladehout grootere afwijking veroorzaakt dan klemmende banden enz. Waaraan de wapencontroleur de plek herkende, waar wat hout van de lade moest worden genomen, deel ik liever niet mede, om te voorkomen dat onbevoegden aan het liefhebberen mochten gaan. Nu zal men zeggen, dat is allemaal heel mooi, maar ten slotte kan het me niet schelen of het geweer van de kat of van den kater gebeten is. De vraag van den Heer Blok blijft van kracht, de vraag n.l. of het dan wel juist is gezien, om den schutter 5 schoten te laten doen, zonder dat hij zijn mikpunt kan wijzigen, want het zou toch een groot toeval zijn, als de afwijking bepaald werd met het geweer of één der geweren, dat een, in den loop der tijden, aanmerkelijk gewijzigden opslaghoek heeft. Greep dat toeval plaats, dan zou het al heel ongelukkig loopen met de oefening van het gros der manschappen, want het mikpunt, bepaald met het geweer met kromgebogen loop, zou alléén gelden voor geweren, waarvan de loop in dezelfde mate en in denzelfden zin is verbogen. Het is overbodig hier langer bij stil te staan, de Heer Blok zal het mij gewonnen willen geven, dat ik moeilijk rekening kan houden met nu en dan optredende abnormaliteiten. Maar wat anders is het, dat men van inzicht kan verschillen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 623