- 602
<xver de methode: le „vijf achter elkaar afgegeven schoten,
waarbij tusschentijdsche aanwijzing is buitengesloten, dus wij
ziging van mikpunt evenzeer, daar zij nergens uit kan blijken"
en 2e „schot voor schot, met aanwijzing der treffers en (c. q.)
mikpunts wijziging."
Daarover van gedachte te wisselen, zou momenteel weinig
nut afwerpen. Het S. Y. heeft zich nu eenmaal uitgesproken
voor de eerste methode. Mag ik kortheidshalve verwijzen naar
het verslag van mijne lezing in de Ind. Krijgsk. Vereeniging,
waar ik deze kwestie heb aangeroerd.
Dat een recruut op e en gegeven oogenblik alles mist, omdat
hij in het bezit is van een geweer met verbogen loop, is na
tuurlijk ellendig."
Wanneer echter de onderwijzer met datzelfde geweer ook
alles heeft gemist, met het gevolg, dat het geweer in handen
van bokschutters komt en verder bij den geweermaker, wel,
dan komt de zaak weer in orde.
Aan den instructeur om in dergelijk geval den man, die
zooveel pech heeft gehad, diens vertrouwen in eigen schiet
vaardigheid terug te geven, door hem te zeggen„het slecht
resultaat was toenmaals te wijten aanhier heb
je 5 patronen, je kunt de oefening herhalen.
De doelen van 36 zijn geen oorlogsdoelen
Neen maar! dat is kras!
„Wanneer heeft de man in het gevecht één kop, één borst^
„één romp of 2 rompen als doel Bijna nooit, noch tegen Eu-
„ropeeschen, noch tegen Inlandschen vijand" zegt de Heer Blok.
Over dit laatste wil ik niet strijden. Van meer belang is
de vraag of men zich soms den enkelen man in het gevecht
moet voorstellen tegenover een af deeling d. i. een linie van
koppen, borsten enz.? Of is in het gevecht de normale toestand,
dat twee tirailleurlinies een vuurgevecht aangaan?
Hoe komt de Heer Blok er toe, om aan den zin „Het komtf
mij voor dat ons S. Y. van den recruut concoursschutters wil
maken niet op de cirkelschijf, maar op zichzelf staande gevechts-