604
Bij herhaling van eenmaal geschoten oefeningen, wordt ver
zwaring aangebracht. Hoe Door den man te plaatsen voor
de verschillende in het gevecht voorkomende gevallen.
Lees hiervoor 54 2e alinea, in verband met 43.
Dat de Heer Blok schijven wil hebben als door den toenrna-
ligen kapitein van den generalen staf J. C. van den Belt weiden
voorgesteld, schijven eenigszins overeenkomende met onze strook-
schijven, kan ik mij best begrijpen.
Dit houdt volkomen verband met de methode: schot voor
schot met mikpuntswijziging.
Edoch, het Voorschrift heeft zich op een ander standpunt
gesteld. In den breede heb ik hierover gesproken in mijn meer
aangehaalde lezing, kortheidshalve verwijs ik daar naar.
En al kan de onderwijzer niet nagaan, xoelke fouten de man
heeft gemaakt, het is naar mijn bescheiden meening al een
heel voornaam ding, dat geconstateerd wordt dat er fouten zijn
gemaakt. Fouten zoo groot dat als de man bij twee achter
eenvolgende oefeningen alles mist, hij bij mij direct achter het
touw zou gaan.
Bij de oefeningen op het touw met mikpunten, kan men al
heel gauw zien of de man fouten in de hoogte, dan wel voor
namelijk in de breedte maakt.
Is het wel goed begrepen, dat het touw het controlemiddel is
op de juistheid van den aanslag?
Vroeger, niet waar, een klasse op twee gelederen en geopend,
met een instructeur er voor, allen goedig den horizontalen aanslag
beoefenende, terwijl elke controle ontbrak op de juiste uit\ oering
va-n dien aanslag allemaal krachts- en tijdsverspilling. Inu,
daarentegen, met de individueele opleiding (die op den voorgrond
moet treden zie 10.en het touw, komt elke man op zijn
beurt bij den onderwijzer? die attént maakt op hoogte- of (en)
breed tefouten.
Wat kan de opleiding nu intensiever zijn, niet waar, en meer
vruchten afwerpen. Ja wel! er is echter één „maai bij, n. 1-
dat de instructeurs zich ook houden aan de verschillende bepa
lingen van het voorschrift, b. v. aan die van 10.