603 teneinde een zoo groot mogelijk aantal blanke wapenen (c. q. vuurwa penen) in werking te kunnen brengen. De wijziging van punt 73 is een gevolg van het minder voorkomen van den frontmarseh. Voor de beoefening van den flankmarsch werden eenige belangrijke bepalingen 1) aan R.I.I. toegevoegd. Tenslotte wordt door de verandering van punt 76, bij de exercitie op één gelid, de beoefening van den schuinschen marsch ook in de tlank- formatie mogelijk. De wijziging van punt 31 brengt overeenstemming met de in 1906, in liet Reglement op den Inwendigen Dienst der Infanterie (Red) ge maakte bepalingen betreffende de eerbewijzen. Blijkens de verandering van punt 94 mag voortaan bij het rusten op de plaats de geweerriem worden losgelaten. De weo-latinc van de punten 109 tot en met 130 alsmede de wijziging van de punten 158, 207 en 214 brengen weder de noodzakelijke over eenstemming van R. 1 I met het Schietvoorschrift der Infanterie (Ont werp) 1907, S. V. I. '07 Daar het Hoofdstuk „Behandeling van bet geweer als vuurwapen in genoemd voorschrift belangrijke verschillen vertoont met den inhoud van de thans vervallen punten 109 tot en met 130 van R.I. I. is het niet mogelijk hier die veranderingen op te sommen. Een grondige studie van het° S. V. I. zij daarom aanbevolen. Wij willen slechts het volgende Voor**het vullen en het ledigen van het magazijn doet men thans de aan wijzingen „magazijn vullen" respectievelijk „magazijn ledigen Bij het vaardig maken moet eerst het vizier, daarna het doel en zoo noodig het mikpunt worden aangeduid. De vuursoorten bestaan uit het individueele vuur en het salvovuur. Het eerste vuur geschiedt op het commando vuren" de vuursnelheid wordt vermeerderd en verminderd op de aan wijzingen „levendiger vuren" resp. „langzamer vuren". De aanvulling van punt 214 staat met dit laatste in verband. Het vroegere snelvuur is dus als afzonderlijke vuursoort vervallen (wijziging punt 207). Het vuur kan men tijdelijk doen ophouden (wijziging punt 158), dooi- vlug op elkander volgend eenige stooten op de signaalfluit te geven of door de aanwijzing te verstrekken „ophouden met vuren". Ten einde het tij delijk o-estaakte vuren weder te hervatten, wordt het commande „vuren gegeven. R. I. 189 bepaalt echter in de 2e alinea dat de manschappen, na opnieuw stelling te hebben genomen, zonder Co af te wachten met vuren doorgaan. Het eindigen van een vuur geschiedt op het commando „ro»el Voor hoofdstuk III (oefeningen in verspreide orde) brengt het derde verbeterblad twee wijzigingen van tactisch belang. Waar punt 161 tot nu toe in de verspreide orde als maximum tusschenruimte 4 pas ver meldde, kan thans, door de toevoeging van „in den regel niet meer dan die tusschenruimte grooter worden genomen. Dat het nemen van een tus schenruimte van meer dan 4 pas soms noodzakelijk zal zijn, volgt o.a. 1) Welke voor Indië reeds bestonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 630