611 - voljarige paarden", blijkt, dat deze kwestie al even zoo gesteld is als bij ons, de detads daargi-la'en. En dat zal wel zoo blijven, zoolang er nog men- schen op en achter paarden zitten, in plaats van in auto's en luchtschepen Aflevering 2 en 4 bevatten „uitvindingen" gaan wij deze schuw voorbij. Uit afl. 4 blijkt hoe de kwestie v h. medevoeren v/'h noodration voor de paarden, als zijnde naar verhouding 6 X grooter dan bij ons, ook in Holland heel wat minder eenvoudig is. Dat verhoudingsverschil zit waarschijnlijk in 't feit, dat wij voor de weinige paarden, die we in 't veld brengen, als gaba of padi ons in den steek laten, nog altijd wel voldoende gras in de nabijheid zullen vinden. Heigeen niet wegneemt, dat, ook al in verband met vermindering der manenkamschavinsren, de aangewezen wijze voor ons op de achterwagens v/d G. T. is. Met 't bovenstaande is volstrekt geen complete inhoudsbespreking bedoeld. Artikelen als een centraal-depöt voor de ber. art. „het gebruik van rijdende art. enz." als speciaal voor Holland van belang, zijn niet eens genoemd. Ook zonder dat, zal 't duidelijk zijn, dat't „orgaan," zooals't zich laat aanzien, voor Ind. art. off. de lezing wel waard mag worden geacht. Verantwoordelijkheid voor den Bloei van Militaire Litteratuur. Elk vak heeft zijn eigen litteratuur. Er zoo kan ook de militaire wetenschap niet buiten een vakschrift, waarin haar leven tot uiting komt. Nu rust op ieder, die de militaire wetenschap dient, de plicht zorg te dragen, dat zijn vakschrift een eerste-rangs-orgaan is. Men is gewoon dien plicht op de redactie te schui ven, doch dit is zeer onbillijk. Redactie en uitgever hebben een goed gevulde kas noodig, willen zij den inhoud van hun vakschrift als orgaan der militaire wetenschap op peil houden. Die goed gevulde kas wordt alleen verkregen door een zeer groot aantal abonnés. In eerste instantie zijn in de militaire weten schap dus de actief-dienende officieren verplicht door persoonlijk abonnement den inhoud van hun vakschrift op peil te houden. Het zelfschrijven in dat orgaan is volgens onze inzichten absoluut overbodig. Daartoe dienen de ver zoeken van de redactie uit te gaan. De Militaire Spectator is in het Nederlandsche leger bovenbedoeld orgaan. Hot officiereskorps telt een tweeduizend beroepsofficieren, Bijgevolg heeft De Militaire Spectator tweeduizend abonnés. MisHet vakschrift der Nederland sche militaire wetenschap telt zijn abonnés slechts bij honderden. Het kleine aantal honderden durven wij hier niet nader aan te duiden. Aan wie de schuld In de eerste plaats aan de opvoeders der Nederlandsche officieren. Zij ontwikkelen bij hun toekomstige collega's niet of niet voldoende het ver antwoordelijkheidsgevoel voor den bloei van een eigen litteratuur, een gevoel zoo onmisbaar om te komen tot eerste-rangs-producten. Elke leerling van K. M. A. en Hoofdcursus moet zijn officiers-loopbaan beginnen met het nemen van een abonnement op De Militaire Spectator. In de twee plaats aan lien, die een hooger commando voeren. Dezen moeten niet tevreden zijn met de wetenschap, dat de korpseommandant door een abonnement op de verschillende militaire periodieken voor de korpsbiblio theek zijn officieren de gelegenheid tot het lezen der vaklitteratuur opent, of dat er in 't garnizoen bovendien een of meer militaire leesgezelschappen bestaan. Dit is alles uitmuntend voor de buitenlandsche geschriften. Voor de militaire litteratuur-voortbrengselen van eigen land moet ieder officier een flinken post uittrekken op zijn jaarlijksche begrooting. Zulks kan in de hand gewerkt wor den door het voortdurend stellen van deze vraag: Is u geabonneerd op De Militaire Spectator? Hebt u zich dit of dat boekwerk aangeschaft?. Waar de verzorging der militaire periodieken en geschriften steeds kostbaarder wordt om te voldoen aan het verlangen naar aanschouwelijkheid, is het wekken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 633