612 van verantwoordelijkheidsgevoel in bovenomschreven zin dringend noodzakelijk. Zelfs wanneer men zich abonneert op alle Nederlandsehe militaire periodieken, die geacht mogen worden mede te werken aan de verspreiding en verhel dering van militaire vakkennis en inzichten,en die dus hierom zeker uit de blijvende kringen van ons leger op een ruimen, financieelen steun mogen rekenen,—offert do jongste officier nog slechts 2pCt. van zijn inkomen. Nog nimmer kwam een pleidooi tot het nemen van persoonlijke abonnementen (tot instandhouding van een eigen militaire litteratuur van beteekenis) onder onze aandacht. Wel lezen we eens een aanmoediging tot het lidmaatschap van officierssocieteiten (zie »Brieven van een Oud-Officier aan zijn Zoon". A'dam Van Holkema en Warendorf, 1902), in een tijd dus toen dooi- ons maatschap pelijk leven reeds een sterke strooming voor geheel-ontliouding zich openbaarde... Toch is er tegenwoordig een militair tijdschrift, dat eerst opgericht werd, toen alle lieeren, voor wie het bestemd is, zich voor een abonnement verbonden hadden. Wij bedoelden het Orgaan van de Bereden-Artillerie. Hier in 't bij zonder wordt het gevoeld, dat niet één der officieren van de bereden-artillerie mag achterblijven, wil de poging der redactie geen mislukking worden. Het vertrouwen der redactie is niet beschaamd geworden het beroep op 't verant woordelijkheidsgevoel van haar collega's voor een eigen tijdschrift is niet vruchteloos gebleven, We hebben met onverdeelde instemming in Mavors 508, bovenstaande opwekking tot het lezende militaire publiek gevolgd en het wel de moeite waard gevonden, om het ook onder de oogen van o n z e lezers te brengen ten einde eens kennis te maken met de loyale wijze, waarop daar een zusterorgaan wordt geholpen. Jammer, dat de schrijver er niet aan heeft gedacht, dat er aan de andere zijde van den oceaan ook nog een 1700 ook Nederlandsehe officieren leven en werken, die ook voor een zeer groot deel hun loopbaan beginnen als leerling van de K.M.A. of vau den Hoofdcursus, en die dus allen lezer behoorden te zijn van het Indische orgaan. Mis zie boven en lees dan verder Tout comme chez nous. Zelfs al is de inhoud niet altijd naar ons genoegen, al zou men liever meer van dit en wat minder van dat hebben gehad, dan nog is er een zedelijke plicht, die ons roept de zaak te steunen, afgescheiden van persoonlijke sympathiën of antipathiën. M'n korpscommandant zei dat zoo juist als"hij ons over een of ander onderwerp onderhield: „Makker, ik heb het Tijdschrift wel, want ik vindt dat we in ieder geval van onzen goeden wil moeten blijk geven door de zaak te steunen en al lees je het dan net, je hebt gedaan, wat als officier een solidaire plicht van je is Om wat goeds te geven is een goed gevulde kas noodig een waarheid als een koe. Neen zeggen anderen, eerst zien wat je geeft en dan doen we mee. Maak nu maar eens een vuist als je geen hand hebt. Niemand kan in ernst volhouden, dat het geldelijke een bezwaar is. Als er niet meer kwartjes nutteloos worden uitgegeven, dan hieraan, welnu, dan zal niemand U het verwijt doen van een verkwister te zijn. Het is ook hier weer het goede voorbeeld en de opwekking van boven och, waar staat dat toch ook weeris het niet in het voorschrift van de opleiding en oefening?ja juist, die zijn hetwaarvan de goede stroom moet uitgaan. Met het lezen van het Tijdschrift, als het in de portefeuille komt, is de zaak niet gediend, dat wordt alleen bereikt door een persoonlijk abonnement, want dan wordt indirect de medewerking gesteund.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 634