619 ophouden voorwaarts gedreven, dan ontbreken rust en kalmte, ja men kan dikwijls opmerken, dat het hun in het geheel niet lukt, niettegen staande onafgebroken doorgeloopen wordt, de tirailleurlinie in te. halen. Op deze wijze ontstaan dan twee tirailleurliniën achter elkaar: de voor ste loopt en loopt maar door en vuurt ternauwernood, terwijl de achterste zonder ook maar in het minst van het terrein gebruik te maken even eens loopt en al maar loopt, doch zich te vergeefs inspant de voorste in te halen. Met <ie reserves, die de leider voor den stormaanval wil inzetten, is het niet beter gesteld. Zij blijven, als voor de inleiding en doorvoering van den aanval geen tijd genomen wordt, van dan aanvang of onafge broken in beweging. Het gevolg is, dat zij groote doelen vormen en geen tijd hebben in het terrein dekking te zoeken of om adem te halen dan wel passende formaties aan te nemen. Allen jagen naar voren. Toch wordt de stormaanval dan nog meestal ondernomen vóór alle krachten verzameld zijn, zoodat de reserves ten deele nog te laat komen en z ch voornemen een volgende maal nog harder te loopen De stormaanval zelf wordt meestal op veel te groote afstanden aange vangen. De een of andere aanvoerder, die zich niet kan bedwingen tot de beslhsing hem als een rijpe appel in den schoot valt, laat veel te vroeg ten aanval blazen dan stort het geheel voorwaarts zonder on derlinge ondersteuning door vuur, zonder de macht om door te zetten, welke alleen door den handig geregelden, tijdigen aanvoer der laatste versche krachten verkregen kan worden. Reserves, die uit gebrek aan tijd geene dekking in het terrein kunnen zoeken, moeten tegenover een tegenstander, wiens vuurkracht pas gedeeltelijk gebroken is, doodbloeden zonder iets te kunnen uitrichten. Op deze wijze drijft de zenuwachtige overhaasting elk gezond denk beeld, dat door de opleiding omtrent de toch zoo moeilijke taak der aan voering bij den Infanterie-aauval gewekt is, uit. Cavalerie. Hoe dikwijls hoort men niet klagen, dat de aanval door onvoldoende verkenning mislukt is, dat de ruiterij te laat berichtte. Zeer dikwijls is het verwijt onrechtvaardig. Yoor verkennen is tijd noodig 1de Cavalerie kan toch niet in front met hare verkenningspatrouilles op den vijand aanrijden, maar moet trachten gedekt op do vleugels te naderen en vandaar de opstelling van den tegenstander in te zien. Dit ko-t tijd. "VYordt die tijd echter niet gegund, dan moet de Cavalerie wel, als zij iets wil doen, zich vergenoegen met vluchtig en overhaast verkennen. Hare berichten zullen dan onvolledig zijn als de leider der partij tenmin ste nog op berichten wacht en niet reeds bij voorbaat zijn aanval inleidt. Natuurlijk moet goed onderscheid gemaakt worden tusschen welover wogen snel aanpakken met een bepaald doel en overdreven haast, tus schen bewust snel handelen in verband met den toestand en een hierdoor niet geëischt gejacht. 1) En ruimteover het geheel staan de partijen bij den aanvang te dicht op elkaar [vtrt.].

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 641