624
Dat er een ruim gebruik van wordt gemaakt, zou alleen al kunnen
worden afgeleid uit het groot aantal afkeuringen, die geregeld plaats
hebben, ware het niet, dat deze laatste meer aan een roekelooze behan
deling moeten worden toegeschreven, dan aan een zuiver „in en door
den dienst" verslijten.
Wat toch is het geval. Te pas of te oppas wordt met de kaart ge
marcheerd, meermalen zelfs al in de stad, alsof het in het geheugen
prenten van den te volgen weg tot een zeker punt een onuitvoerbaar
vraagstuk is. En eenmaal buiten wordt er meermalen te veel aandacht
aan de kaart besteed en te weinig aan het terrein en aan de omgeving.
Gevolg, dat de kaart vochtig en vuil wordt, nu eens in de modder tuimelt,
dan een eind weg waait en als dit te lastig wordt, een bergplaats vindt
in een der doorzweette zakken.
Een gunstige uitzondering hierop maken die compagnieën, waar uit de
beschikbare fondsen zinken bussen of leeren tasschen voor het kaaer zijn
aangeschaft, waarin deze hunne kaarten opbergen, en waar den gebruikers
geleerd is, de kaart behoorlijk toetevouwen, alvorens die daarin te steken.
Was er aanvankelijk gerekend op een verbruikstijd van twee jaren,
de ondervinding in den laatsten tijd opgedaan, heeft bewezen dat onze
kaarten bij den troep in gebruik, dien leeftijd slechts bij hooge uitzon
dering halen Dat dit een belangrijke schadepost is, kan een eenvoudige
berekening dadelijk aantoonen en dat er dus werd uitgezien naar mid
delen, om"den levensduur van de kaarten te verhoogen, volgt uit het voor
gaande. Waren we hier niet zoo onderhevig aan een voortdurend gaan en
komen van kader en officieren, het toezicht op de gebruikers zou veel
eenvoudiger zijn. Nu heet het dadelijk tja, maar ie was zoo toen
ik 'm kreeg". Daar dit niet altijd is na te gaan, wordt er meestal in
berust, vooral omdat de afkeuring zoo gemakelijk is.
Toch is controle mogelijk en voor hen, die beseffen, wat zoon kaart
heeft gekost, wanneer die de Topografische inrichting verlaat en willen
medewerken om dit dure materiaal wat te sparen, zelfs niet moeilijk.
We vernamen de toepassing al bij een der veldbataljons. Het is een
voudig dit, dat de Korpscommandant op de kaarten, die nieuw verstrekt
worden, de dag van indienststelling doet zetten, liefst stempelen en de
compagniescommandanten aanteekening laat houden van de namen der
gebruikers, duur van bun gebruik, toestand waarin terug ontvangen en
ongevallen met het geleende stuk buiten schuld van den tijdelijken eigenaar.
Dat is nu wel een controle, die eigenlijk noodig is voor alle in
bruikleen verstrekte artikelen, als kompassen, veldkijkers e. d., maar die
toch in hooge mate noodzakelijk is voor teere voorwerpen als kaarten.
In afwachting van medewerking van buiten, heeft de chef van den
Topographischen dienst intusschen gezonnen op middelen, om de euvels
die aan de bestaande kaarten kleven en hun oorsprong vinden in
den driebond papier, stijfsel en linnen, welke noodgedrongen tot een
coalitie zijn gebracht maar elkaar, als er nattigheid is, dadelijk in den
steek laten, weg te nemen.
Zoo kwamen de kaarten gedrukt op linnen; zeker een groote verbe
tering, ware het niet, dat het linnen, om den fijnen kaartendruk te kun
nen weergeven een innige verbinding noodig heeft met de een of andere
papsoort, die het oppervlak volkomen glad maakt.
Doch zelfs bij de beste kwaliteit öruklinnen is deze verbinding nog niet