47 Deze beweging wordt doorgezet tot het geweer verticaal staat. De leerling kijkt tusschen de armen door. De beweging moet vooral kort en krachtig geschieden doordat de leerling zich in spant; naschommelingen verraden wanneer hij dat niet doet. Het tempo neme men iets langzamer dan bij de andere oe feningen. Men late de oefeningen 18, 19, 21 en 22 ook in knielende houding doen, waarbij de onderwijzer er, behalve hetgeen reeds vermeld is onder 18 (1,3, 5 en 1,2,3,4,5,) er ook op lette dat de linkerhand opschuift tot tegen het magazijn en de linker elleboog achter de knie rust, zoodat afglijden niet mogelijk is. 23o. Blijkt dat bij het knielen niet of moeilijk op den rech- terhiei kan worden doorgezeten, dan wordt dit nogmaals zon der geweer beoefend als bij 20. Daarna met geweer op com mando: Knielen 2 3 4'\ Eerst in 4 bewegingen: lo. Linkerbeen schuinsrechts voorwaarts plaatsen als zon der geweer en tegelijk het geweer met de rechterhand oplichten en met beide handen aanvatten. 2o. Op beide beenen doorzakkenop den rechterhiel gaan zitten en het geweer met de kolf tegen de rechterdij doen rusten of wel de kolf boven de rechtertasch plaatsen. (In het hoofdstuk „Behandeling van het geweer als vuurwa pen" is in de houding van vaardig en in de knielende houding, geoorloofd, in plaats van zoo als vroeger de kolf voor en tegen de rechterdij te plaatsen, deze tegen het lichaam boven de rechtertasch te plaatsen. Zulks is ook bij de marine het geval. Ons lijkt dit een groote verbetering omdat hierdoor meer over eenkomst bestaat met de staande houding van vaardig). 3o. Het geweer rechtstandig op den grond zetten; de rech terhand !vat het boven de linker aanhet lichaam wordt opgericht tot de houding van been plaatsen schuins-rechts voorwaarts. 4o. De staande houding met het geweer bij den voet wordt hernomen. Daarna wordt de oefening gedaan op het Co. „Knielen" en „Opstaan"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 65