641 Het Chineesche Leger. De militaire medewerker van de „Lecture pour tous' deelt omtrent het Chineesche leger het een en ander mede, dat in het kort hierop neerkomt: Na den Russisch-Japanschen oorlog werd aan Sir Robert Hart opge dragen een plan te ontwerpen voor de reorganisatie van het Chineesche leer. Maar toen Sir Robert met zijn arbeid was gereed gekomen, bleek het, dat zijn plan der regeering niet ver genoeg ging. Deze nam toen zelve de zaak ter hand en stelde der. Lien Ping Poe ot hoogsten krijgs raad in, met de leiding waarvan de oom des keizers, prins Tsjm zich belastte. Drie maanden later was men met het reorganisatie plan gereed, waaraan nu in alle stilte krachtig wordt gewerkt. Het doel is 20 legerkorpsen op te richten, elk van 2 ciivisiën, terwijl elke divisie uit 2 brigades, elke brigade uit 4 regimenten infanterie, elk regiment uit 3 bataljons, ieder ter sterkte van 300 man, zullen zijn samengesteld. Aan elke divisie zullen een regiment artillerie, een regiment cavalerie, een regiment pioniers en een trein-bataljon worden toegevoegd. De eerste lichting telde 500,000 man. De diensttijd is op 9 jaren bij het actieve leger en 7 jaren in de reserve vastgesteld. Telken jare moeten de infanteristen voor een maand, artillerie en cavalerie voor twee maanden voor herhalingsoefeningen onder de wapens komen. Op het ooo-enblik zijn reeds 15 korpscommando's in het leven geroepen, die over een macht van 420,000 man, met een militaire opleiding van 6 maanden achter zich, beschikken. n Allen zijn met het Mauser-geweer M. 88 bewapend, maar in 2 nieuwe arsenalen wordt dag en nacht gewerkt aan de vervaardiging van een nieuw model geweer, dat groote voordeelen moet bieden boven de :nj de Europeesche legers in gebruik zijnde vuurwapens en de daarbij behooren- de munitie. Om het nieuwe leger behoorlijk te encadreeren zijn o7 kadetten- scliolen opgericht, die thans reeds 7000 leerlingen tellen, terwijl 900 officieren zich voorbereiden voor eene studie aan de te lekmg op te richten hoogere krijgsschool. De ernst van de Chineesche regeering blijkt volgens dezen schrijver uit de voor Chineesche toestanden hooge soldij van 3 taels s maands, welke den soldaten wordt toegekend en ook in de eerste plaats moet worden uitbetaald. Met dat al zalhet nog wel eenige jaartjes duren, voordat het Chineesche leo-er eene macht zal zijn geworden, waarmeê ernstig rekening moet worden gehouden. Ook Japan, merkt de gewezen Oberst G. in het Berliner Tageblatt zeer juist op, heeft zijn modern leger met in enkele jaren in het leven geroepen, hoewel het uit een militair oogpunt heel wat beter daartoe was voorbereid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 663