649 Jonge Officieren in Nederland vóór hunne Uitzending: naar Indië. Onder het motto .Misplaatste Zuinigheid" schrijft iemand uit Neder land aan het Bat. Nieuwsblad: Het is opvallend hoe men nog tal van jonge luitenants, die in het midden van het vorig jaar de schoolbanken verlieten, zonder werk ziet rondloopen. Niets uitvoeren en geldverteren is hun eenig bestaan. Vraagt men naar de reden van dat maandenlange dolce far niente, dan krijgt men ten antwoord, dat het departement van koloniën de jonge officieren telkens zóó lang aanhoudt, tot er gelegenheid is hen, naar Indië ver trekkend, bij een detachement in te deelen. Dit doet men voor de goed koopte. Men heeft toch voor die detachementen tal van verlofgangers beschikbiar, doch dezen krijgen, met een detachement reizende, gedurende de reis activiteits- instede van verlofstractement, het verschil is niet zoo groot als het luitenants-traktement. Schijnbaar let men dus bij koloniën erg op de dubbeltjes, doch het penny wise and pound foolish is ook weer hier volkomen van toepassing. Om toch een verschil van een goede honderd gulden uit te winnen, laat men sommige officieren acht en meer maanden rondloopen. Dezen krijgen dus een tractement van em zeven honderd gulden zonder er iets voor te doen en de kameraden in Indië zijn er dan goed voor om gedurende al die maanden voor de ontbrekende makkers dienst te kloppen, daardoor meer overplaatsingen te ondergaan, ziekteverloven aan te vragen enzzoodat de maatregel allesbehalve goedkoop is Bovendien is het voor de jongelieden, die hun verlof voor het mëerendeel in den Haag doorbrengen, zeer verderfelijk absoluut niets te doen te hebben. Dat kweekt een geest van gemakzucht, waardoor de drukke dienst in Indië hun later schril op het lijf moet vallen. Ook met het oog op alle gebeurlijkheden, zou het legerbestuur er met klem naar moeten streven, dat de jongelieden allen hoogstens één maand in Holland blijven. Deze termijn is lang genoeg, daar men zich reeds jaren vertrouwd heeft gemaakt met het denkbeeld, dat men naar Indië gaat. Verlofgangers zijn er genoeg te krijgen om de detache menten te vergezellen en het is bovendien volstrekt niet noodig voor dien uiterst geringen dienst vol tractement uit te keeren. Als men daar voor eene kleine toelage vaststelt, zal iedereen daarmede genoegen nemen. Verder heeft men in den tegenwoordigen tijd tal van nette, betrouwbare onderofficieren, aan wie men het medegeleide kan toevertrouwen en ieder jaar zullen er in totaal toch wel twee en vijftig verlofgangers terugkee- ren, zoodat een commandant altijd te vinden is. Er ligt in dit betoog véél waars, al is het ook wat overdreven. Echter, waar de schrijver voorstelt om de pasbenoemde officieren hoogstens één maand in Holland te laten blijven, willen wij hem (die vermoedelijk een officier is) er aan herinneren, dat die verloftijd voor de meesten de aangenaamste tijd des levens is geweest. Zij betraden daarin de maat schappij voor het eerst als man van positie, ontvingen voor het eerst een salaris, waarvan zij vóór hun vertrek naar de tropen nog eens flink hebben genoten. Sommigen reizen er van, anderen loopen al hun familie af, doch allen maken kennis met het Europeesche leven als „man". Deze tijd die wel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 671