652 -
inlichtingen, voor welke uitnoodiging echter de tusschenkomst van den
betrokken minister wordt gevraagd.
Art. 14. De afdeelingen van den Raad zijn gerechtigd inzage te ne
men van alle stukken, behoorende tot het gewoon of geheim archief van
de departementen van oorlog en van marine, betrekking hebbende op
het onderwerp waaromtrent advies wordt gevraagd, mits zich gedragende
naar de regelen omtrent het lichten van die stukken, vervat in de huis
houdelijke reglementen dier departementen.
Voor kennisneming van stukken, behoorende tot de archieven der
overige departementen van algemeen bestuur, wordt vooraf het wel-
meenen van den betrokken minister gevraagd.
Art. 15. De afdeelingen van den Raad van Defensie vergaderen in
den regel te 's Gravenhage in daartoe door onze ministers van oorlog
en van marine aan te wijzen lokalen
Art. 16 De Raad ontwerpt voor de regeling van de werkzaamheden
der drie afdeelingen een reglement van orde en onderwerpt dat aan de
goedkeuring van onze ministers van oorlog en van marine.
Art. 17. Ingeval omtrent eenig aan Ons in overweging gegeven ont
werp van wet, een algemeenen maatregel van bestuur of koninklijk
besluit vooraf het advies van een der afdeelingen van den Raad is gevraagd,
zal het advies bij het ter zake aan Ons in te dienen rapport worden gevoegd.
Het advies omtrent een ontwerp van wet zal bij de toelichting van het ont
werp worden gevoegd, tenzij bij Ons tegen openbaarmaking bezwaar bestaat.
Bestaat dit bezwaar, dan wordt in de toelichting medegedeeld ot het
ontwerp in overeenstemming is met het advies van den Raad.
Het advies omtrent een algemeenen maatregel van bestuur wordt aan
den Raad van State medegedeeld, tenzij bij Ons tegen zoodanige mede-
deeling bezwaar bestaat.
Aan het hoofd van den algemeenen maatreael van bestuur of het koninklijk
besluit waarover de Raad is gehoord, wordt hiervan mededeeling gedaan.
Het besluit is gecontrasigneerd door de Ministers van Binnenlandsche
Zaken, Marine en Oorlog.
Over het algemeen zijn de verwachtingen omtrent dit Lichaam niet
bijzonder gunstig in de Hollandsche pers.
De Arnhemsche Courant zegt o a. het volgende:
Een college van militairen, die voor zoover nog niet de hoogste rang
'bereikt is van den minister niet onafhankelijk zijn en die, zelfs afgeschei
den hiervan, ook nu reeds door den minister gewoonlijk worden geraad
pleegd, althans kunnen worden geraadpleegd; dat het initiatief mist
tot het in overweging geven van hervormingen; dat advies geeft niet
aan de Kamerleden, maar aan den minister en nog wel slechts als
deze er om vraagt, van welk advies mededeeling gedaan wordt
aan de Kamer als de minister dit wenschelijk ofnoodigacht;
dat uit een overwegende meerderheid van militairen tegenover het bur
ger-element bestaat, terwijl het college in zijn geheel of een zijner afdee
lingen advies geeft, zonder dat aan een minderheid de bevoegdheid wordt
gegeven van een afwijkende meening blijk te ge v e n dat uiter
aard wat zijn militaire meerderheid betreft, weinig of niets voelt voor