656 't Is jammer, dat we ons moeten beperken, want zoo zijn er tal van aankalir.gen, die ons veroorloven over het hoe en waarom van de genomen maatregelen en het betoonde beleid te oordeelen. Hfdst. II behandelt de strijdmiddelen, de denkbeelden o^er het In- landsche element, over zijn werving, de beteekenis van hulptroepen enz. Daarna de suppletie der geregelde troepen en iets over de desertie, in het bijzonder onder het inlandsehe element. Cochius weet dit voor een deel aan het verblijf in de hospitalen, waar de verpleegde van z'n cent daags moeilijk vrouw en kroost nog kon onderhouden. Door gebrek gedwongen werd de vrouw tot prostitutie gebracht met al haar voor het leger zoo noodlottige gevolgen. Cochius stelde daarom voor om den Strohwittwen daags een katti rijst en een ration zout te verstrekken. Daarin werd getreden, al was de maatregel kostbaar. Sprekende over de expeditionnaire afdeeling, waarvan men het personeel ongaarne naar het moederland terugzond, haalt schrijver een brief aan van de Koek aan Du Bus, waarin deze pleit voor gunstige oevorderiuo's- vooruitzienten voor de officieren van deze afdeeling, en het afkeurt als zij slechts bevordering maken, waDneer een collega van de Indische troepen van gelijke anciënniteit dat doet. Die brief bleef een maand liggen toen antwoordde de Landvoogdrgeen zwarigheid te vinden tegen dit voorstelEigenlijk had Du Bus „eene speciale dispositie „ounoodig geoordeeld", en wel op grond, „dat ik Uwe Excellentie vroeger, en bij meer dan eene gelegenheid, over het belang en de noodzakelijkheid ge- geschreven had, om de meest voordeelige vooruitzichten op bevordering aan de Expeditionnaire officieren te verzekeren ten einde het meerendeel derzelven alhier te houden en het dus om zoo te zeggen, in den aart dei zake lag, dat ik nimmer kon geacht worden mijne toestemming te zullen weigeren aan eenen maatregel, die bij gebrek aan beteren moet genomen worden „Men gelooft zijn oogen niet. Daar wordt zoo waar een bloote meo- „ning, een eenvoudig voorstel, zoo vanzelf sprekend, zoo boven alle be denking gekwalificeerd, dat het uit zijn aard alleen reeds als van bindende „kracht moest worden aangemerkt. Zoo kon Du Bus schrij ven dezelfde Du „Bus, die met een kleinzielige overschrijdende nauwgezetheid jaren achter- „een schier elke handeling van den Opperbevelhebber had gedesavoueerd". Daarna krijgt het ruiterwapen ee beurt, de artillerie en ook de genie en wat daarmede annex was en de defensie. Hfdst. III geeft ons een overzicht van de geldmiddelen en de betaling der troepen; de verpleging te velde; de ziekenverpleging; het transport wezen en de kleeding. Wat deze laatste betreft, men krijgt geen hoogen dunk van de vo rzienende zorg van het gouvernement voor zijne diena ren als men leest, dat aan alles gebrek was, en bij gepensionneerden aangeklopt werd om onderscheidingsteekenen enz. op te scharrelen. De wanlevering van de Handelsmaatschappij doet schrjjver vragen of toen ook nog officials found, greater profit for themselves in war than i-i peace(Uit Clive Day). De volgende 4 hfdstn zijn gewijd aan de krijgsverrichtingen tot Octo ber 1629; in Vilt krijgen we de wrijving tusschen Du Bus en De Koek over de behandeling van Mangkoeboemi en Sentot en het vraagpunt of De Koek den oorlog noodeloos duur maakte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 678