666 baar tijdperk voor eene geregelde topographische op-of hermeting in aan merking te zullen komen, terwijl de onderbanden opnemingen op Java en Sumatra zooveel tijd vorderen, dat de eerste afgeleverde kaart zoo wel in topographische details als in bewerking reeds verouderd zal zijn als de laatste nog het licht moet zien. Dat dit bij in opkomst zijnde ge westen, waar de topographische gesteldheid eik jaar min of meer groote veranderingen ondergaat, aan de bruikbaarheid der kaarten moet afbreuk doen, behoeft geen nader betoog. Daar hetgeen gemiddeld per jaar en per opnemer wordt afgeleverd niet voor vermeerdering vatbaar is, zou hierin slechts verbetering zijn te brengen door eene uitbreiding van het aantal opnemingsbrigades van den Topographischen dienst De formatie van den Topographischen dienst toch het blijkt herhaalde lijk en onwillekeurig uit het jongste verslag is te klein voor de vlucht, die de tegenwoordige werkzaamheden nemen; de jongste reorganisatie heeft hierin geen afdoende verbetering kunnen brengen. Thans vooral, nu onze politiek tegenover de Buitenbezittingen belangrijk gewijzigd is, gaan overal stemmen op, die om uitbreid ng or zer topographische kennis vragen, en de huidige format.e maakt het den Topographischen dienst onmogelijk zelfs aan zeer bescheiden verzoeken te voldoen. Twee zijner opuemingsbrigades, d w.z. de lulve sterkte van hot opne- merspersoneel, zijn voor tien jaren, zoo niet langor, gekluisterd aan Zuid- Sumatra (bladz. 80), de Opleidingsbrigade heelt haar handen vol met de topographische hermeting van Midden-Java en de driehoeksmetingen ten Lehoeve van den dienst van het Boschwezen, terwijl de resteerende bri gade, die voorloopig nog ruimschoots werk zou kunnen vinden in da herziening in de Preanger-Regentschappen, nog bovendien belast werd met de zoo noodzakelijke topographische hermeting van Krawang. Op bladz. 55 lezen wij omtrent deze laatste metingen: Het voornemen is de vlakte van Krawang uitsluitend te doen bewerken door inlandscli personeel, dat na beëindiging van de onderbanden zijnde veelhoeken, langzamerhand in de Preanger-Regentschappen vrij komt. Dit kan niet aan een met kracht entameeren van dezen arbeid, noch aan de kwantiteit van het af te leveren werk aldaar ten goede komen, terwijl de zoo noodzakelijke controle, vooral over Inlandsche krachten, het uiterste zal vergen van den brigadechef. Atjèh vraagt nog steeds 1 officier en 6 opnemers, en uit het verslag kan blijken hoe gering het jaarlijks door deze enkele opnemers afgele verde werk is in vergelijking met het nog braak liggend arbeidsveld. Deze sterkte van reeds lang boven de formatie van den Topographischen dienst gevoerd personeel werd blijkens het verslag dit jaar wederom uit gebreid met 1 officier en 4 opnemers ten behoeve der grensmetingen in Sumatra's Oostkust, waar voor een of twee brigades werk van dringend actueel belang te over is. Nieuw-Guinea word: thans geëxploreerd door 2 Infantèrie-officieren on 2 verkenners, waartoe men toch zeker niet zou zijn overgegaan als de Topographische dienst in staat ware gebleken hiervoor krachten af te staan. Doch niet alleen het opnemerspersoneel maar ook het personeel der triangulatiebrigade heeft eene te geringe sterkte. Indien men b. v. op het oogenblik zou willen overgaan tot eene opneming op eenigszius groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 688