53
„Heb je 't?"
Ik: „Ja, Kapitein".
Kap. N.: „Nu zou 't niet kwaad zijn, als je eens aanteeke-
ningen maaktet van 't geen ik je nu ga zeggen.
(Kap. N. haalt zelf een notitieboekje voor den dag en bladert
daar eens inik neem papier en potlood en wacht op de dingen,
die komen zullen).
Kap. N. (gaat door): „Mijn pelotonscommandanten stel ik
verantwoordelijk voor de beoefening van:
lo. Reglement Infanterie I en II, voor zoover die met één peloton
mogelijk is. Ik vestig hierbij je aandacht op de laatste alinea
van punt 605 R. I. II, dat luidt: „Ook bij gesloten afdeelingen
moet op ruime schaal van teekens gebruik gemaakt worden".
Ik: „Die teekens, kapitein,
Kap. N.: „Ik begrijp je al; 't gaat natuurlijk niet aan, dat
iedereen op zijn eigen houtje teekens vaststelt; dat zou bij
oefeningen in groote verbanden aanleiding kunnen geven tot zoo
iets als eene Babylonische spraakverwarring. Ik zal je straks een
cahier thuis sturen, waarin teekens voor verscheidene bewegingen
staan, zooals die bij de maréchaussée op Atjeh gebruikelijk zijn.
De Korpscommandant heeft deze teekens ook door de andere
Compagnieën doen overnemen, zoodat bij oefeningen met 't ge-
heele Bataljon hierin eenheid is gewaarborgd, 't Ware echter
te wenschen, dat die eenheid bestond voor onze heele Infanterie.
't Aantal bepaald vastgestelde teekens is nu nog te gering.
Ik.:" Ja, kapitein, bijv. voor looppas, van directie veranderen,
verspreiden enz. en vooral voor commando's, die een gedeelte
eener vurende linie moeten worden gegeven is 't wenschelijk,
dat teekens gemaakt worden. Nu moet eerst öf met vuren
worden opgehouden öf men schreeuwt zich schor, en loopt
dan nog de kans, dat men niet begrepen wordt.
Ik heb altijd bij eene gevechts-oefening de doodsverachting
van de hoornblazers bewonderd, die onder 't werkzaam vuur
van den vijand onkwetsbaar schenen, en overal heen werden
gestuurd om berichten over te brengen".
Kap. A7.„Nou, in dat cahier zal je een groot aantal teekens
vinden, dat natuurlijk voor vermeerdering vatbaar is; bij oefe
ningen zal de wenschelijkheid daarvoor wel blijken.