58 netjes niet reikhalzend uitzien naar 't oogenblik, dat de klok half 8 zal slaan. En is dat wonder? Nu de andere manier van oefenen. De commandant stelt zich tot taak om den menschen vandaag eens dit of dat bij te brengen. Is hem dat in een half uurtje gelukt, dan gaat hij tot iets anders over en ook hier stelt hij zich een taak. Vanzelf brengt dit mee, dat hij den vorigen dag niet precies kan zeggen, wat hij alzoo den volgenden dag zal doen. Van daar ook alleen maar de aanduiding van de plaats, waar ongeveer de oefening zal gehouden worden zoodat 't den chef mogelijk is, om hem te vinden, als hij dat wenscht. Ook is 't immers niet noodig om eene onderafdeeling in haar geheel precies dezelfde oefening te laten houden. De sectie ct. laat de menschen uit zijne sectie bij voorkeur datgene beoefenen, waarin zij nog te kort schieten, zoodat 't best mogelijk kan zijn, dat op zeker moment van één sectie een gedeelte zwemt, een ander deel voorbereidende schiet oefeningen houdt, weer een deel den optischen seindienst be oefent en de rest gymnastiek met 't geweer doet. Noodig is natuurlijk, dat de commandanten trouw aantee- kening houden van de vorderingen der manschappen uit hun afdeeling. En zou 't bij uitzondering eens voorkomen, dat er iemand in de afdeeling schuilt, die zijne bullen goed kent, wel, laat hem vrij, dan kan hij desnoods gaan wandelen. Bij dit al moeten wij niet uit 't oog verliezen, dat voor ie dereen 't onderhouden van de verkregen geoefendheid, noodig is- A propos, Wilvoort, ter zake ook nog dit. Ik heb 10 uur bepaald als de tijd, waarop de dagelijksche oefeningen als regel moeten geëindigd zijn." Ik: „Kapitein, 't orderboekje zoo doorbladerende, zie ik, dat bijna altijd de secties ter beschikking hunner Commandanten zijn." Kapt. N.„Zeker, dat is zoo, en daar hebben de Pel. Cn. hun redenen voor gehad." Je moet niet vergeten, dat met 't ter beschikking van hunne Cn. stellen van de onderafdeelingen, de meer elementaire opleiding op den voorgrond treedt, en blijkbaar hebben de Pel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 76