1 h
HET INDISCHE LEGER IN DE TWEEDE KAMER.
De Redactie heeft gemeend den lezers geen ondienst te doen, de alge-
meene beraadslagingen over de IXde Afdeeling (Departement van Oorlog)
der Indische Begrooting, als bijlage aan het tijdschrift toe te voegen. De
belangstelling, die onze koloniale krijgsmacht in den laatsten tijd geniet
van de zijde der volksvertegenwoording, brengt mede, dat onze lezers
weten moeten, hoe het leger aldaar wordt beoordeeld. Hoewel de Pers hier
voor ook zorgt draagt, zoo heeft het opnemen in dit tijdschrift het voordeel,
dat de stof behouden blijft en de lezers in staat stelt, waar onze afge
vaardigden verkeerd of eenzijdige inlichtingen hebben bekomen, daar
op te wijzen. Gaarne zal de redactie plaatsruimte verleenen aan opmer
kingen of betere voorlichting, waar dit noodig is.
Beraadslagingen over de IXde Afdeeling (Departement van Oorlog)
in het algemeen.
De heer Thomson: Mijnheer de Voorzitter! Verleden jaar heb ik
met enkele woorden gewaarschuwd tegen den minder goeden geest in
het leger; en hetgeen ik over de stemming bij het officierskorps zeide,
werd aldus door den Minister geïnterpreteerd: „dat de bestaande voor
waarden van de geheele organisatie in gevaar zouden zijn gebracht".
Mijn stellingen zijn toen door den Minister met kracht aangetast. Een
beroep, dat ik deed op het Indisch Militair Tijdschrift werd in meerdere
opzichten gewraakt, o. a. omdat de door mij bedoelde schrijver gewaagd
had van toenemende dronkenschap in het leger, en de statistiek der jaren
1904 en 1905 uitwees, dat de dronkenschap sterk verminderde. „Dit
gunstige resultaat"zoo voegde de Minister aan zijn bestrijding toe
„is te danken aan het voortdurend streven van de Indische autoriteiten om
het drankmisbruik te doen afnemen, om het ten slotte hoop ik ge
heel te doen ophouden."
Ik heb aan die statistiek niet veel waarde toegekend, waar zij slechts
over 2 jaren liep, doch waar de Minister dit blijkbaar wèl deed, wil ik
nu toch opmerken, dat de gewraakte schrijver in het Indisch Militair
Tijdschrift zijn stuk geschreven heett in Augustus en September van het
jaar 1906 en dat we dus, om 's Ministers uitspraak te toetsen, dat hij
1 v\
