59
Cn. gemerkt, dat bij oefeningen met 't peloton nog te vaak de
wenschelijkheid blijkt om een en ander eens over te laten doen
door de secties afzonderlijk. Ik heb er ook al over gedacht om
één keer in de week de Compagnie te nemen en de pelotons
drie dagen in de week aan de commandanten te laten; ik zou
er volstrekt niets in zien, om, als mij dat noodig mocht blijken,
alle vier dagen den Pel. Cn. hun afdeeling te laten, tot tijd en
wijle de menschen rijp zijn voor eene oefening met de compagnie.
Want wat zien wij maar al te vaak gebeuren?
Dat bij eene Comps. oefening, te veel aanmerkingen over de
meest elementaire zaken vallen, zoodat er geen sprake kan zijn
van 't vlot van stapel loopen van de oefening met 't leerrijke,
daaraan verbonden."
Dan is 't immers beter, dat er eerst meer elementair wordt
geoefend?!"
Ik: „Ik geloof, kapitein, dat daarom oefeningen in grootere
verbanden vaak zoo weinig tot hun recht komen.
't Mag toch niet voorkomen, dat dan met een onderofficier,
die eene verkenningspatrouille moet maken, nog eens even daar
over theorie moet worden gehouden, om de eenigszins behoor
lijke uitvoering te verzekeren
Dit, om maar eens een enkel voorbeeld te noemen."
Kapt. N.: „Juist, Wil voort, wij zouden alles kort kunnen
samenvatten in de vraag: „Hoe wil je een kindje, dat pas een
paar stappen kan doen, om een boodschap uitsturen
Enfin, Wilvoort, wij zouden nog heel wat over dit onderwerp
kunnen redeneeren, maar laten wij 't voor vandaag maar voor
gezien houden. Je weet nu, hoe mijne opvattingen zijn, en dat
is 't voornaamste voor 't oogenblik; nu kunnen wij samen
werken.
Voor de rest verlang ik van mijne officieren, dat ieder van
hen volgens de hem eigen individualiteit in de aangegeven rich
ting werkt, dan kan 't niet anders, of we krijgen bij mekaar
een goed geheel.
En dan nog, denk erom, dat, waar je je Sectie Cn. zelfstan
dig met de leiding van een en ander wilt belasten, dat je hen
even vrij laat, als ik 't jelui doe.
Laat hen zelf denken en werken, zelf voor die zaken den