't als een gewoonte begonnen te beschouwen, waarvoor ze vroeger met verontwaardiging terugschrokken" Een woord van hulde voor zulk optreden. Het blijkt hieruit, dat hij den Onderofficierenbond op den rechten weg brengen wil. Hier wordt erkend, dat onderofficieren, belast met de menage, knoeien met het eten van de soldaten; hier wijst een adjudant- onderoficier op het onbehoorlijke daarvan. En in de Memorie van Antwoord staat toch maar, dat alles in orde is Hoe noodig het is dat men opkomt voor verbetering, blijkt weer uit een artikel in de Javabode van 20 September jl-, overgenomen uit Ma- taram, waarin ik o. m. lees: Voldeed de leverancier niet aan alle aan vragen om geld, jenever en andere kleinigheden van de zijde der mena gevoerenden, dan werd hetgeen hij leverde, per se afgekeurd". En verder: „Om de tien dagen, moet men weten, kreeg de Chinees zijn betaling uit handen van den compagDies-commandant, dus dacht men dat het ge knoei bij inkoopen op pasars uit was. Maar jawel, babah was niet zoo goed of hij moest van de door hem ontvangen gelden steeds tien procent aan den menagemeester afstaan. Geschiedde dit niet spoedig genoeg, omdat er b. v. geen kleingeld bij de hand was, dan zag men den menagemeester geen uur later bij den Chinees aan huis. In datzelfde artikel worden nog meer zaken genoemd, welke ik echter met het oog op den tijd zal laten rusten. De soldatenbond, die zich daartegen verzet, is erkend door den Gou verneur-Generaal laat men nu verder medewerken en laat men niet be ginnen met de bestuursleden te straffen, zooals reeds gebeurd is. Dat helpt niets en kweekt slechts verbittering. Men kan alleen verbetering brengen door misstanden op te heffen. Een andere briefschrijver bericht mij „Het staat in het geheele leger vast dat we worden bestolen. Kecla- meeren helpt niets. Al kom je met een bijna ledig blik om te bewijzen dat je te weinig hebt, dan wordt je nog, als je niet gestraft wordt we gens ongegrond reclameeren, met een smoesje van 't rapport gestuurd, wat wel te begrijpen is als men nagaat dat men om te reelameeren bij den compies-commandant, die zelve menagebeheerder is, moet komen. Be wijzen, dat er gestolen wordt, is onmogelijk of wordt niet toegestaan- Tegen de kongsie van menage-beheerders en menage-meester, leveran ciers (meestal Chineezen), fouriers, koks, kwartiermeesters enz. die te zamen den soldaat bestelen, is geen enkel persoon opgewassen." Deze briefschrijver slaat den spijker op den kop. Het gouvernement heeft niet alleen te zorgen, dat er voldoende geld wordt uitgetrokken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 785