26
oog om te zien wat er gebeurt in zijn eigen kazerne, de mannen wor
den gedreven naar kit en kroeg en er tooneelen van dronkenschap voor
komen, die aan den ouden tijd doen denken.
Zoo blijkt weer, van hoeveel belang het is, als ook de overheid in
het leger in Indië die organisatie dor minderen zou willen bevorderen
en volledig erkennen.
Er wordt een goede invloed uitgeoefend door de militaire tehuizen.
Ik ontken het geen oogenblik. En het komt ook mij voor, dat, als men
aan een militair tehuis, omdat er een paar bataljons tijdelijk weg zijn,
geld ontneemt, dit is een kleine, niet te verdedigen maatregel Wan
neer op den duur blijkt, dat een zeker militair tehuis geen bezoekers
trekt, is het wat anders, maar zoo'n inrichting moet niet aan allerlei
toevallige omstandigheden blootgesteld worden. Maar ik vraag den ge-
achten afgevaardigde uit Apeldoorn, den heer van Bylandt, die met zoo
veel warmte is opgekomen voor de militaire tehuizen, en dien ik daarbij
met instemming heb gehoord, of dat alleen moet gebeuren met militaire
tehuizen, die, hoe goed ook bedoeld, nooit meer kunnen zijn dan secte-
inrichtingen, uitgaande van een zekeren geest, waarvan ik niets dan goed
wil zeggen, maar die niet aan ieder welgevallig is.
De heeren mogen van oordeel zijn, dat ieder op zijn plaats is, dit blijve
overgelaten aan de militairen zelf; dit zijn geen kinderen meer, wanneer
zij een paar jaar in Indië doorgebracht hebben.
Wat is de zaak? Naast de Christelijke en Roomsch-Katholieke staan
en komen ook andere inrichtingen op dat gebied. Ik wijs hier den Mi
nister van Marine op het marine-tehuis te Soerabaja. Dat voldoet aan
de eischen waaraan geen militair tehuis kan voldoenhet is geen secte-
inrichting. Toch wordt het niet gesteund, ofschoon het toegankelijk is
voor allen. Ik zou Zijn Excellentie dringend willen uitnoodigen dat
onder die zaken op te nemen, waarover hij zijn aandacht laat gaan. De
Staat erkent te weinig den beteren geest die van onderen opkomt en
die de aandacht der hooge autoriteiten ten volle waardig is.
Wanneer de heeren Duymaer van Twist, van Bylandt en anderen met
ons aandringen op gelijke behandeling van al dergelijke inrichtingen
straks richt ook de Bond „Voor Koningin en Vaderland" zijn neutrale
tehuizen op dan komen wij waar wij wezen willen.
Wat de verbetering der soldijen betreft, heb ik den Minister dank
gebracht voor hetgeen hij heeft gedaan. Maar hij leze in het eerste
nummer van Ons Vaandel, dat de ingevoerde regeling beslist onvoldoende
en op den duur onhoudbaar is. Als de Minister mij niet gelooven wil,
en dat behoeft hij niet te doen maar ook niet het bestuur van den
Bond van Indische militairen, dan zal hij later ervaren, wie gelijk heeft