Nog iets over „de loopreiniging van onze geweren en karabijnen"-
Het zij mij vergund het een en ander onder de aandacht der lezers
van dit Tijdschrift te brengen naar aanleiding van het antwoord van den
Heer Haremaker op mijn artikel over dit onderwerp. Men duidehetmij
niet ten kwade, dat ik hierdoor nog geenszins van meening veranderd
ben en nog niet doordrongen ben van de groote deugdelijkheid van des-
Heeren H's reinigingsmethode boven die door de Hembrug aan mij
medegedeeld.
Ook ik ben voorzeker geen voorstander van roest aan onze loopen en
zou den gelukkigen vinder van een practische en zoo weinig mogelijk
omslachtige en goedkoope wijze van schoonmaken onzer geweren dan
ook ten zeerste gelukwenschen en ten hoogste dankbaar zijn.
Doch eene aan die eischen voldoende methode is naar mijn bescheiden
meening nog niet gevonden en moeten wij dus nog steeds blijven roeien
met de riemen, die ons ten gebruike gegeven worden, en daarvan de-
beste uitkiezen.
Het is nu maar de questie, wat is de meest aan die eischen voldoende
methode.
De Heer H. meent de zijne.
Laat ons nagaan of dit wel het geval is.
Hij wenscht dat men na het schieten de loopen gedurende een weet
dagelijks reinigt door
(T) doorgieten met water.
(2) droogmaken met schoone lappen.
(3) invetten (Zie blz. 68 I. M. T. 1907.)
Alsdan is men overtuigd, dat het z. g. nazweeten van het voorgaand1
schieten niet meer kan optreden.
Nu wordt er gedurende het schietseizoen gewoonlijk éénmaal minstens
per week geschoten, wat bij deze reinigingswijze tengevolge heeft, dat
de man in dien tijd dagelijks zijn geweer moet schoonmaken met een
drieledige bewerking, waarvoor behalve de pompstokken de geweer
trechters in gebruik genomen moeten worden.
Waar nu zelfs als reden van roesten werd aangegeven het niet volko
men droog zijn der pompkoorden, waardoor ongemerkt eenig vocht kan
achterblijven en tot bovengenoemd euvel aanleiding kan geven1), daar
vraag ik mij af, welke waarborgen men bij deze methode heeft tegen het