310 Nog een ander voorbeeld. Een makker vertelde mij de volgende lijdensgeschiedenis. Hij kwam na een 3 jarig verblijf in Europa terug eö wilde zich een verschen bundel A. O aanschaffen; depot van leer middelen uitverkocht; tal van cantines aangeschreven, ook al niet meer voorradig, totdat het hem eindelijk gelukte op eene vendutie voor anderhalf maal den kostenden prijs een st 1 machtig te worden. Dit gebeurde in het begin van 1907. Vraag nu eens aan de sedert uit Holland gearri veerde officieren, hoe zij in het bezit zijn gekomen van den verzamel bundel. Of zouden ze maar liever wachten tot de volgende verschijnt? Stelt het Legerbestuur er prijs op en dit mogen wij toch wel als waar aannemen dat de officieren in het bezit zijn van hunne dienst voorschriften, dan moet de zaak, zooals hij thans geregeld is, verworpen worden. Ik heb mij reeds dikwijls afgevraagd, waarom het met de re glementen niet net eender gaat als met de A O. Ieder officier, onver schillig van welk wapen hij ook zijn moge, krijgt al de nieuw verschenen reglementen door bemiddeling van den kwartiermeester thuis gezonden; bij het einde der maand wordt het kostende van het tractement inge houden. 't Is eenvoudig en practisch. Nu de officieren ook «ij andere wapens gedetacheerd kunnen worden, mag men aannemen, dat velen er prijs op zullen stellen ook in het bezit te zijn van de tactische reglementen der andere wapens; het zijn boekjes, die hij tactische oefeningen herhaaldelijk door een ieder geraad pleegd moeten worden. Als dan de artillerie het aantal harer wijzigings blaadjes een klein beetje kan beperken, mag men verwachte», dat de kennis der tactische reglementen van alle wapens spoedig gemeen goed wordt van het geheele officierskorps. K. B. 3. Tenue bij het pronuntieeren van vonnissen. Wat is de bedoeling van het Legerbestuur met betrekking tot de tenue bij het pronuntieeren van vonnissen. Moet men daarbij gekleed zijn als voor/eschre ven voor krijgsraden of kan men daarbij verschijnen in de verschillende tenues, welke voor het verrichten van kleine diensten zijn aangegeven P. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van het Legerbestuur, dat de tenue bij pronunciatiën dezelfde is als die voor krijgsraden. (Red.) 4. Het ontnemen van gouvernementswoningen. Mag, wanneer eenmaal aan een officier een gouvernementswoning is aangewezen van de klasse, waarop hij volgens de bepalingen recht heeft, hem die woning wederom ontnomen worden (terwijl hij in het garnizoen blijft), alleen maar om hem dichter bij zijn kampement te doen wonen? Zou het niet wenschelijk zijn, dat voor het geval daarvoor geen vast staande bepalingen bestaan, deze alsnog in het leven werden geroepen, met vaststelling van een tarief betreffende ve'goeding der bij de ver huizing geleden onkosten, om een willekeurig gelasten tot verandering van woning te voorkomen, vooral waar in sommige garnizoenen de bouwwijze der woningen zoo hemelsbreed verschilt P.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 332