Een Cavalerist over Cavalerie.
In de 6e aflevering van dit tijdschrift betoogt de kapitein
R. Boonstra, in een artikel getiteld „Een infanterist over Ca
valerie," de wenscbelijkheid om onze ruiterij af te schaffen, en
te vervangen door een bataljon bereden infanterie.
De heer B. constateert dat
lo. tengevolge van hef isolement der cavalerie-garnizoenen
en kampementen, dat wapen „nog steeds te weinig de voeling
„onderhoudt met het overige, toch zeker voornaamste gedeelte
„van het leger. Gevolg: „bij dat overige gedeelte wordt de Ca-
„valerie te weinig geapprecieerd."
2o. tengevolge van de kleinheid van het wapen zijn de
promotiekansen van het officierskorps zeer grillig, waardoor
z. i. daarin ernstige misstanden ontstaan.
Het zijn deze redenen, die den heer B. tot zijn radicaal voor
stel hebben geleid.
Het zal echter duidelijk zijn dat dergelijke motieven, hoe
ernstig en gegrond wellicht, op zichzelf nooit voldoende kun
nen zijn om over te gaan tot een dusdanig diep ingrijpenden
maatregel als afschaffing van een wapen, dat door alle be
schaafde staten nog als een onmisbaar element hunner legers
wordt beschouwd.
Handhaaft men dit standpunt, dan moeten ernstige, op fou
ten in de dislocatie en organisatie der cavalerie wijzende mis
standen voeren tot doeltreffende hervormingen, waardoor in
die gebreken voor zooveel mogelijk wordt tegemoet gekomen,
geenszins kunnen zij echter alleen de conclusie wettigen dat
het geheele wapen moet worden afgeschaft.
Anders wordt echter de zaak, wanneer ook op tactische en
strategische gronden kan worden aangetoond, dat wij speciaal
het zonder cavalerie kunnen stellen, m. a. w. de vervanging
onzer ruiterij door bereden infanterie wordt gewettigd, indien