397
Schrijver geeft dan een min of meer uitvoerige beschrijving van een
draagbaar telegraaftoestel door luit. Knowler in de Journal of the U. S.
Cavalry Association aanbevolen, en in beginsel hierop neerkomende,
dat de aardverbinding door het paard zelf gaat, zoodat eenmaal de
luchtlijn verbonden, het toestel kan gebruikt worden, zelfs zonder af te
zitten. Met eene aanbeveling dergelijke proefnemingen ook voor ons
leger te doen nemen, om het degelijk toegerust tegen den B. Y. te maken,
eindigt het stuk. (Jav. Bode).
We kunnen moeilijk aannemen, dat deze nieuwigheid eene ernstige
toepassing zal vinden op het gevechtsveld of in de onmiddellijke nabijheid
daarvan. Telefoneeren en telegrafeeren eischen een rustig plekje en kalmte
naar beide is moeilijk zoeken als het eenmaal ernst is en wat ervan moet
terecht komen als op het paard het ontvangstation is, durven we niette
voorspellen.
Het Legerbestuur heeft zich dan ook wijselijk beperkt, om een proef
te doen nemen met een cavalerie-telefoonpatrouille, die niets anders zal
doen dan zich inschakelen met bestaande verbindingen of nieuwe lijnen
leggen. Daarbij wordt uitsluitend telefoon-materiaal gebezigd en voorloopig
gewerkt, zooals de Duitsche telegraaf-patrouilles dat met hun draagbaar
telefoon-materieel doen. De proeven zullen worden genomen te Tjimahi,
geleid door een officier van het korps genietroepen aldaar, en aanvangen,
zoodra het bestelde materiaal uit Nederland zal zijn aangekomen. De
patrouille zal bestaan uit een cav. luitenant en eenige bereden minderen.
Inlandsche Officieren.
De Straits Times bevatte een bericht, waaruit blijkt dat de Amerikaan-
sche senaat een voorstel van den president en den minister van oorlog
heeft goedgekeurd om jonge Filipino's toe te laten als cadetten aan de mi
litaire academie te West-Point, New-York.
Het aantal toegelatenen kan echter voorloopig slechts zeven bedragen
wat uitkomt op 1 cadet per millioen hoofden der Filippijnsche bevolking.
De bedoeling schijnt te zijn, deze cadetten, na voltooiing hunner stu
diën, intedeelen bij de gewapende politiekorpsen.
De Javabodedit bericht overnemende, knoopt daaraan nogmaals eene
beschouwing vast in denzelfden geest als die, welke in No. 2 van dezen
jaargang te vinden is, en waarin nogmaals gelijke opleiding en gelijke
betaling aanbevolen worden.
Hiertegen wordt bezwaar gemaakt in hetzelfde blad van 25 Maart in
een hoofdartikel, getiteld „Traktementen van inlandsche ambtenaren,
speciaal der a. s. inlandsche officieren.
De schrijver kan zich wel vereenigen met de gelijke opleiding, doch
het tweede „de gelijke betaling" acht hij niet vrij te pleiten van een
zijdigheid.
Hij stelt zich daartoe de vraag:
„Is het noodig en wenschelijk inlanders, die een betrekking moeten
gaan vervullen, welke thans door Europeanen wordt bezet, ook al zijn
zij even bevoegd en even bruikbaar, daarvoor even hoog te salarieeren?"
En onderzoekt die vraag als volgt:
„De traktementen van Europeesche ambtenaren in Indië zijn exorbitant