402 nieuwe geest gaat baan brekende staking der brievenbestellers, de sta kingen in de Vorstenlanden, enz. In het, te Bandoeng verschijnende Maleische blad Bintang Moekti van den 20en Maart jl. werpt een inlandsche beambte der Staatsspoorwegen reeds een balletje op voor de oprichting van een inlandschen Staatsspoor weg-bond met eigen orgaan en eigen uitkeeringsfo"ds en ook in andere Maleische organen, die meer en meer gelezen worden, verheffen zich stemmen, aansporende tot organisatie, naar vooruitgang. Dat het legerbestuur dit verschijnsel tijdig onder het oog zie, de grie ven onderzoekt en er rekening mee houde! Wij vreezon anders, dat wat het thans nog vrijwillig kan doen, later eene gedwongen fraaiigheid zal wordenafgedwongen door eene organisatie die door haar reusachtigen omvang en hare wijd uiteenloopende vertakkingen ons wel eens te machtig zou kunnen worden. Eene organisatie, die, gevormd d or leden van een door ons onderworpen ras, in het eigen land gevestigd en dus over uitgebreide hulpbronnen kunnende beschikken, wellicht gesteund door ons minder goed gezinde elementen uit den inlandschen adel zoowel, als door andere geheime machinatiën, een groot gevaar voor het behoud onzer koloniën zou kunnen worden. Nog1 eens de Verdediging van Indië. In de Maart-aflevering van de Indische Gids komt onder bovenstaanden titel een stuk voor van den Heer J. C. van den Belt, waarin deze de stelling van den ritmeester J. G. Boon„Een krachtige vloot en een goed bevestigd steunpunt daarvoor, zijn onmiskenbare eischen voor de verdediging van ons koloniaal eilandenrijk" toetst aan hetgeen hij zelf over dit beginsel reeds in enkele artikelen heeft gezegd, (Conclusiën-artikel. Wat leert ons de Z.-Afr. oorlog I. M. T. 1902 en Krijgswetenschap 1906/1907 Afl. VIII). Verschil van meening blijft bestaan ten opzichte van de keuze van het steunpunt, de samenstelling van de vloot en de geldkicestie, daarentegen is schrijver ook van meening, dat een krachtige, maritieme mogendheid vooral een Aziatische zonder strijd, alleen door den invloed eener blokkade, zijn doel wel langzamer maar zeker bereikt. Na nu de voor- en nadeelen van Soerabaja, Tandjong Priok, Tjilatjap en de Merakbaai te hebben nagegaan, blijft schrijver bij zijne meening, dat Soerabaja het steunpunt voor onze vloot is. Na eene beschouwing over het type schepen, alleen van belang voor hen, die speciaal zich met dit onderwerp bezighouden, doch genoeg, om er uit over te nemen, dat schrijver geen halfslachtige maar flinke le klas oorlogsschepen Dreadnoughts of Kurama's wilen bij de geldkwestie (die verder onaangeroerd wordt gelaten) eindigt de Heer van den Belt zijne vergelijking met het besluit, dat hij zijne reeds geuite opvatting hand haaft. le. In Indië hebben wij uitsluitend zeer overmachtige tegenstanders te verwachten, waartegen we alléén absoluut niet opgewassen zijn, niet met een vloot van z.g. groote schepen, nog minder met een leger en allerminst met een leger en een vloot als we thans bezitten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 424