486 Een nieuwe wijze van Administratie voeren bij het Russische Leger. Tot nu toe moesten de korpsen zelf of met behulp van leveranciers voorzien in de behoefte aan kleeding, schoeisel enz. Het beheer daarvan maakt een vrij groot aantal officieren noodig, hetgeen velerlei bezwaren opleverde sedert de invoering van den driejarigen dienstplicht en de eischen, die een doeltreffende regeling met zich mede brachten. Sedert 1905 werden reeds enkele maatregelen te dien aanzien genomen, en de hoedanigheid van de artikelen, die aan de manschappen werden verstrekt, verbeterd, waardoor de korpsen niet meer verplicht waren om hun toevlucht te nemen tot bijzondere hulpmiddelen teneinde sommige voorwerpen, zooals b.v. beddelakens, zakdoeken e.d. geheel afgewerkt te kunnen verstrekken. Trouwens sedert 1907 wordt in de behoefte aan kleeding, schoenen enz. geregeld door de intendance voorzien. Wat de vereenvoudiging van het beheer betreft, deze werd bestudeerd door eene commissie, waarvan de Generaal der Infanterie Vondrak voor zitter was, en die de noodzakelijkheid erkende van: le. het instellen van een divisie-intendance, 2e. het voeren van de korpsadministratie door personeel van de in tendance, maar dan tot het korps behoorende en ondergeschikt aan den intendant der divisie, voor wat zijn eigenlijken dienst betreft, 3e. het op deze wijze ontlasten van de troepenofficieren van alle ad ministratieve werkzaamheden bij het regimentwaarbij de Chef zich bepaalt tot het controleeren van de administratie en alleen verantwoor delijk blijft voor zoover dit de voorbereidende maatregelen voor mobi lisatie betreft, 4e. het voorzien in alle behoeften van het korps uit de beschikbare fondsen; 5e. het opheffen van alle huishoudelijke fondsen, die onder welke be naming ook, bij den troep bestaan, 6e. het ontheffen van de korpsen van bepaalde diensten en verplich- tigen, die met den dienst van den troep niets te maken hebben, 7e. de reorganisatie van het geledelijk beheer door het te vereenvou digen en het in overeenstemming te brengen met de bijzondere eischen van den troep. Ook had de commissie voorgesteld de geheele administratie teconcen- treeren in handen van den divisie-intendant, terwijl bij elk regiment een officier var zijn dienst met de administratie daarvan belast zou zijn. De officieren, die tot dusverre met de administratie belast waren, zouden daarvan ontheven worden en het personeel, dat met de administratie belast zou worden, had dan den divisie-intendant tot chef. In beide stelsels zou de regimentscommandant volkomen ontheven zijn van administratieve beslommeringen. Hij zou alleen het recht behouden om alle administratie te controleeren en ervoor te waken, dat zijne ondergeschikten alles ontvingen, waarop zij recht hadden en dat zij voor mobilisatie gereed waren. Indien eindelijk de invoering van de voorgestelde maatregelen te be zwaarlijk mocht zijn, stelde de commissie voor, als overgangsmaatregel den korpschef te ontlasten van alle administratieve en comptabele aangelegen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 508