495 Om al deze redenen ben ik van meening, dat het streven der voorstanders eener torpedovloot op eene tactisch en oeconomisch onjuiste basis berust- en dat, al moge men ook zeggen, dat juist door het bezit van een krachtige tor pedovloot een kleine marine groot kan zijn, men daarbij niet moet vergeten, dat men in het kleine ook kan zijn te groot en daardoor in de ure des gevaars bedrogen uit kan komen. De Hoofdlijnen van het Japansche Inf. Reglement. In de bijeenkomst van 23 April j.l. van de Indische Krijgskundige Vereeniging le dde de Maj. van den Gen. Staf W. R. de Greve eene bespreking onder bovenstaand motto in, waarvoor ik liever zou hebben willen kiezen: Het kweeken van tucht en gehoorzaamheid in het Japansche Leger Immers, dat was de hoofdschotel en vormde ook het hoofdpunt van het, debat '-). Het is niet onze bedoeling een overzicht te geven van de geheele behandelde stof. Er is op regle°- meutarisch gebied zooveel aangeroerd, dat de kortheid van een beknopt verslag noodwendig de duidelijkheid zou schaden Liever willen we enkele grepen doen en overigens verwijzen naar het gedrukte verslag. Spreker liet eerst uitkomen hoe het Jap. Reglement ontegenzeggelijk de Duitsche afkomst verraadt, maar toch naast letterlijk overgenomen gedachten, geheel nieuwe hoofdstukken had, als vrucht van eigen denken en oordeelen naar aanleiding van de jongste ervaringen. De hooge waar de, die aan zoo'n Reglement moet worden toegekend, is onbetwistbaar en het is dan niet te verwonderen, dat al dadelijk wordt opgeslagen, hoe deze wilsuiting van het Japansche Legerbestuur zich uitspreekt'met betrekking tot de zoogenaamde „Nieuwe Richting". Welnu een van de hoofdlijnen der bespreking werd wel gevormd door eene beschouwing over de waarde, door de Japanners gehecht aan het werktuigelijk exerceeren als middel tot onderhouden en bevestigen der krijgstucht en het volle licht werd geworpen op het feit, dat het werktuigelijk exerceeren het geheele Ie deel in beslag n- emt en beoefend wordt van af de individueele opleiding van den man tot in het brigadeverband, zoowel in de gesloten als in de verspreide orde. De groote waarde, daaraan gehecht, het kweeken van een strenge tucht en het onderhouden van een frisschen militairen geest, vormen een belangrijk deel der vredesoefeningen. Spreker stelde daartegenover punt 13Övan het vervallen Voorschrift v/h. houden van oeleningen bij de Infanterie van 1904 en punt 43 van het nieuwe voorschrift van 1907 en gooide met de stelling, dat exerceeren een krachtig hulpmiddel vormt tot het aankweeken en bevestigen van de krijgstucht als het ware den knuppel in liet hoenderhokOmringd door het dreigend gevaar, mag%an den man niet veel nadenken- tot het vormen van een eigen oordeel ver wacht worden. Waar zucht tot lijfsbehoud en plicht met elkaar in bot sing komen, zal alleen van de werktuigelijke handeling, ingeprent als een tweede natuur, nog wat te verwachten zijn. Het valt toch niet te ontkennen, dat het gezond verstand den mensch in het gevecht meer- 1) Daar de lezing niet van te voren in druk was verspreid, kan hier moeilijk van een debat sprake zijn. Het onderwerp eiacht eene grondige overdenking zoodat we verwachten, dat nog om een debatavond zal worden gevraagd. 2) Zie ook punt 12 voorschrift opleiding 1897.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 517