501
een 2en luitenant 45000 gld en van een len luitenant 37.500 gld. geëischt.
Boven de 30 jaren is het bedrag een derde minder.
Van af kolonel is geen eigen vermogen meer noodig.
M. IV. B. 28 - 08
"Wordt hierdoor een sterke rem gezet tegen onberaden huwelijken van
jonge officieren, aan de andere zijde zal de moraliteit er niet door ver
beteren. De ervaring leert toch, dat door zulke zware eischen het onge
wettigd samenleven toeneemt, en dan in verreweg de meeste gevallen
met vrouwen ver beneden den officiersstand. Misschien vreest het Oosten-
rijksche Legerbestuur huwelijken met minder gewenschte relaties uit den
onderofficierstijd. Eed.
OostenrijJc-Hongarije.
Mitrailleur Schwarzlose.
Bij de legersehietschool waren in 1906 vier machinegeweren Schwarzlose
doorloopend in gebruik, en waarmede ongeveer 60 officieren en 130 onder
officieren werden geoefend. De geweren doorstonden hierbij een buiten
gewone duurzaamheidsproef Er werden n.l. 266 000 scherpe schoten uit
afgegeven of gemiddeld per geweer 66500 en toch werkten allen nog
uitstekend en was geen enkele reparatie af verwisseling van onderdeelen
noodig. N. M. B. 6—Bnd. 72.
Oostenr ij 7,-Hongarije.
Infanterie- en Artillerie-telephoonpatrouilles.
Binnen kort worden bij alle infanterie- en artillerieregimenten telephoon-
patrouilles gevormd ter sterkte van 12 man, uitgerust met telephoon-
materiaal en optische seinmiddelen en dienende ter vervanging van
de thans tot de infanterie behoorende seinpatrouilles.
M. W. 21—'08.
'Engeland
Militaire Opvoeding: van de Jeugd.
In een vergadering van de „Vereeniging ter bevordering van den
militairen dienst" zeide Lord Roberts: Wanneer de natie begon alle
jongens een zekere militaire opvoeding te geven en hen te leeren schieten
en wanneer de jongens daarna op 18 of 19 jarigen leeftijd van 3 tot 5
maanden militair gedrild werden, dan zouden het bruikbare soldaten
worden en in de daarop volgende drie jaren een oefening van 14 dagen
per jaar voldoende zijn om hen tot goed geschoolde landsverdedigers
te vormen.
Evenals Lord Roberts is ook generaal Baden-Powell een groot voor
stander van de militaire opvoeding van de jeugd, en waar eerstgenoemde
op verschillende plaatsen gelegenheden opent om de jeugd te leeren
schieten, legt laatstgenoemde zich met succes toe op het vormen van
korpsen schooljongens, die militair geoefend worden. Zoo heeft hij kort
geleden een knapenkorps gevormd, dat geoefend wordt in den kond-
schapsdienst. De jongens, die tot dit korps toetreden, moeten zich bij
handslag en eerewoord verbinden om: God en den Koning trouw te