509
overheerscher, die in onze koloniën den baas mocht willen komen spelen.
Wij zullen zeer tevreden mogen zijn, wanneer degenen, die thans in
stinctmatig onze troepen ontvlieden, dit blijven doen wanneer hier een
vreemdeling mocht willen landen, en ons gelukkig mogen rekenen, wan
neer hun afkeer van onze troepen in dat geval een niet meer actieven
vorm aanneemt".
Er is in die redeneering o. i. veel waars gelegen; het eenige wat wij
militairen daaraan kunnen doen is, angstvallig er tegen te waken dat
der bevolking ooit eenige overlast door ons wordt aangedaaneen wenk
die vooral officieren, aanvoerders van troepen op meerdaagsche oefeningen,
wel ter harte mogen nemen.
Het Woningvraagstuk in het Indische Leger.
Onder bovenstaanden titel vraagt de Javabode van 13 April een
oogenblik^ de aandacht van hare lezers voor de woningen der gehuwde
ondero ficieren, waaraan zooals bekend door den legercommandant
bijzondere aandacht wordt geschonken.
In verschillende garnizoenen worden n .1nieuwe onderofficierswoningen
gebouwd en in de oude kampementen tracht men zooveel mogelijk te ver
beteren, maar kan er van de weinige ruimte niet veel meegaf.
Het blad een en ander besprekonde knoopt daaraan de volgende
beschouwing vast:
„In deze aangelegenheid heeft men de bakens niet tijdig genoeg verzet
toen het getij verliep. Immers, toen indertijd onder minister Idenburg
het huwen van Europeesche onderoificieren zoo werd aangemoedigd en
talrijke gehuwden uit Nederland werden uitgezonden, had het legerbe
stuur onmiddellijk als eisch moeten stellen, dat dan ook het woning
vraagstuk afdoend geregeld zou worden, en dat mèt het importeeren va°n
Europeesche, wettig gehuwde vrouwen in de kazerne, ook het oprichten
van afzonderlijke woningen ter hand zou worden genomen.
„De kazerne met hare eigenaardige verzameling van menschen, huis
houdsters, enz. is nu eenmaal geen logies voor fatsoenlijke Europeesche
vrouwen en wanneer men de tegenwoordige middelen tot verbetering in
die toestanden eens vergelijkt met hetgeen op dat gebied in Europa
gepresteerd wordt met zijne keurige arbeiderskwartieren met nette,
practische huisjes, enz. dan zal men wel moeten erkennen, dat hier
wter lapwerk verricht wordt."
„Lapwerk" is hier „nood gedwongen".
De woningbouw te Medan en te Meester-Cornelis kan moeilijk zoo
worden genoemd. is bes ist een „nieuwe richting" maar waar is in de
groote garnizoensplaatsen nog gereserveerd terrein genoeg over voor de
nieuwe behoeften
„Gouverner c'est prévoir". Met het ontwikkelenvan den tijdgeest waren
hoogere eischen te verwachten.
Gelukkig, dat het vraagstuk nu nog onder de oogen wordt gezien, zoo
ver als het in de gegeven omstandigheden mogelijk is, d.w.z. zoover
de zeer beperkte geldmiddelen het toelaten.