- 634 Over deelneming aan de journalistiek door officieren zegt het voor- schrift, dat elk militair zonder voorafgaande vergunning, door middel der pers alles mag openbaar maken wat hij wil, edoch blijft hij voor elke, door die openbaarmaking mogelijke overtreding der krijgstucht, verantwoordelijk. Het staat den inzender vrij zijne stukken met zijn naam te onderteekenen, maar het is streng verboden alleen te onder teekenen met een rang of graad b.v. „een officier" of „een onderofficier" omdat „hierdoor, al is dit ook alleen in moreelen zin, aan een geheele groep eene verantwoordelijkheid opgelegd wordt, die strikt persoonlijk behoort te blijven". Artikelen die over zaken handelen, de landsver dediging, dan wel de aanvals- of verdedigingsmiddelen betreffende, moeten eerst aan het Min. van Oorlog ter kennisneming worden voorgelegd. (Int. Revue gesammien Armeen und Fiotten.) Italië. Onbereden Kapiteins. In onzen tijd van snellen vooruitgang, ook op militair gebied, zal het menig lezer verbazen, wanneer hij verneemt, dat er in het Italiaansche leger nog steeds onbereden kapiteins zijn. In 1892 ontnam de overigens zeer verdienstelijke Minister van Oorlog, generaal Luigi Pelloux uit een oogpunt van bezuiniging aan de kapiteins hun paard, dat zij altijd gehad hadden. De verbittering over dezen maatregel voerde weliswaar 10 jaar later tot de opheffing daarvan, maar toch werden in 1903 nog niet alle kapiteins bereden gemaakt, doch alleen zij, die reeds 4 jaar in hunnen rang hadden gediend. Kort geleden is men nog verder gegaan en laat thans ook de kapiteins, die reeds 18 dienstjaren hebben in die gunstige bepaling deelen. ZooJoende zijn thans nog een 200 kapiteins onbereden, dus zoowat een a twee per infanterie-regiment. Dat deze onder hunne bereden kameraden geen benijdenswaardige rol spelen is duidelijk, evenals hunne houding tegenover hunne onderhebbende compagnie zeer moeielijk is. M. W. BI. Denemarken. Afstandsrit. Eenige tijd geleden ondernamen zes eerste luitenants van het 3de Dragonder-regiment volgens bekomen order een nachtelijken patrouillerit, waarbij oen bepaalde opdracht uit te voeren was. In het geheel had men lüo K. M. af te leggen en wel van het garnizoen Aarhus uit langs de Silkeborger Chaussee naar Laasbye (2G K. M.), van daaruit verder langs landwegen over Gjern en Trust naar Bjeringbro (30 K. M.) en eindelijk van daar langs zijwegen over Thorso en Hammei naar Yoldbye, alwaar zij op de Viborger Chaussee uitkwamen, die zij tot Aarhus volgden. In Laasbye, waarheen zich de Regimentscommandant begeven had, werd een korte rust gehouden, aangezien de patrouilles hier bijzondere op drachten ontvingen. In Bjeringbro werd een rust gehouden van drie uur. De zes officieren vormden 2 aan 2 eene patrouille, aan ieder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 656