643 staande tot de minderen, nog sterker de droeve gevolgen ondervinden van eene moeielijke dienstbetrekking in een leger, waarin langzamerhand een willen en niet-willen is opgegroeid in de laagste graden, maar waar mede de hoogere voortaan rekening hebben te houden. Tot zoover de schrijver. Zeer zeker raakt hij hier een onderwerp aan dat ons alier aandacht waard is. Het is een niet te loochenen ieit, dat ons Leger langzamerhand een „publiek eigendom" is geworden en dat iedereen - bevoegd of niet-bevoegd - zich geroepen acht om kritiek op Legertoestanden enz. te publiceeren, terwijl helaas velen zich met ontzien daarbij personen op dikwijls hoogst onheusche wijze te bespreken, ja soms te be eedigen Het aantal z. g. n. „militaire broodschrijvers is legio geworden. Op zich zelf is tegen meerdere publiciteit, tegen „minder geheimzin nigheid" niets in te brengen; wij zelf hebben getoond door de mvoe- ring van deze rubriek de waarde van gezonde kritiek m dagbladarti kelen enz. in te zien. Evenzoo kunnen wij het niet anders dan verstandig noemen, dat het Legerbestuur, waar noodig, aan die publieke uitlatingen aandacht schenkt. Gepaste critiek werkt heilzaam en moet o i. aangemoedigd worden onze kolommen bewijzen dat wij dit stelsel in praktijk brengen; maar er moet een eind komen aan die z. g. n. „legerberichtjes waurmede thans vele onzer Indische bladen vergiftigd zijn, aan de persoonlijke beschul digingen en insinuaties, waartegen de betrokkenen in den regel machte loos staan en aan die fijngestelde algemeenheden (b.v. in vraagvorm.) waarbij de anonymus in de eerste plaats bedacht is op eigen vei ïg ei bij het werpen met modder en slijk! ...ja Wij herhalen nogmaalszijn er werkelijk mistoestanden te constateeren, dan zal gezonde kritiek daarop niet anders dan heilzaam kunnen werken; de maatschappij heeft het recht te weten en te bespreken wat er in het leger door haar betaald omgaat Maar wij doen een beroep op onze pers om beter dan tot heden geschiedde, vooraf de juistheid te onderzoeken van al die venijnige insi nuaties, enz. die zoo'n verderfclijken invloed op de tucht en den geest in het Leger kunnen uitoefenen. Wij zijn ervan overtuigd, dat iedere redactie in lederen militairen chef een bereidwillig persoon zal vinden, die gaarne de gevraagde inlich tingen zal verstrekken en dan zal van zelf de weg gevonden zijn om aan dat onsmakelijk militair gekanker, waarin bovendien het grootste deel der lezers niet het minste belang stelt, een einde te maken. Zijn wij weer eenmaal zoover gevorderd, dan ook zal weer langzamerhand «en deel van den ouden geest in het leger terugkeeren, waarbij het leger en dus de staat zélf niet anders dan wel kunnen varen. Ver lof aanvragen voor Officieren. In de Java Bode van 11 Mei j.l. moppert een officier en o. i. terecht over de wijze, waarop de verloven wegens langdurigen dienst worden aangevraagd en verleend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 665