MEDEDEELN GEN. Aan de Redactie. Antwoord aan L. Naar aanleiding van het naschrift op pag. 387 en 388 van Afl. 4. verzoek ik U, onder dankbetuiging voor de plaatsruimte, het volgende te willen opnemen. In alinea 8 van het naschrift staat dat „met deze wetenschap enz. t/m niet betrouwbaar". De niet betrouwbaarheid der gegevens zoude blijkenle uit het feit „dat men eerst sinds ruim een jaar beschikken kan over behoorlijk op geleide bokschulters." 2e. Uit het feit, dat men te Serang en te Tjimahi neerslagen niet heeft verkregen, waar het staatje van Nijland pag. 160 deze doet ver wachten en 3e. Omdat U. een ander gemiddelde van de (gewijzigde) vizierhoeken heeft verkregen. Ad. 1. Door L. wordt dus beweerd, dat de resultaten door niet-bok- schutters verkregen wel niet erg betrouwbaar zullen zijn. Het waarom blijft achterwege. Aan L. om te bewijzen, dat de schutters, die bij de vroegere baanbepaling hebben medegewerkt, slechter waren dan de tegenwoordig uitmuntende bokschutters. Ad. 2. Volgens 6 Aanhangsel veranderen de opslaghoeken in den loop der tijden bij hetzellde geweer dikwijls aanmerkelijk. Aldus rijst de vraag: Heeft de opslaghoek der geweren, waarmede te Tjimahi en te Serang is geschoten, wijziging ondergaan M. a. w. Is de positieve verheffing op 400 (niet 300) t/m 800 M. niet te wijten aan verandering van opslaghoek? Dit in aansluiting met: Ad. 3. Nijland zegt Noot 1) blz. 20dat de meting op de door hem gebruikte geweren grootste verschillen aangaf voor denzelfden afstand van 6' 16". Te verwonderen is het dus niet, dat andere meters op andere geweren andere gemiddelden verkrijgen. Hoe nauwkeurig L. heeft gemeten of laten meten en hoe nauwkeurig ook de vroegere commissie heeft gemeten (L zal toch wel niet durven beweren, dat de vroegere commissie onnauwkeurig gemeten heeft) de verschillende metingen zullen steeds op lange na niet met elkaar overeenstemmen. Aldus heeft L niet bewezen, dat de gegevens van Nijland niet be trouwbaar zijn. In verband met het feit, dat niemand beweerd heeft, dat de samen steller^) van het nieuwe S. V, niet bekend zijn geweest met het theoretisch zijn van tabel B, en dat niemand beweerd heeft, dat de baan van ons geweer van af 200 M niet zou rijzen, doch wèl dat de op het geweer staande vizie ren van af 400 M. voor afstanden van 400 M. t/m 800 M. negatieve ver heffingen opleveren, hetgeen heel iets anders is, vermeen ik het geheele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 691