Het Psychologisch Moment in de Oorlogvoering* (Met plaat 23.) Vervolg van blz. 704. Als treffend voorbeeld uit vele, van het vertrouwen van een energiek aanvoerder op eigen talent om uit een schijnbaar hopelooze impasse te geraken en van het vertrouwen van den troep op hun chef, moge hier een korte beschrijving volgen van den slag bij Liegnitz op 15 Augustus 1760 x). Den lOen Augustus 1760 stond Frederik de Groote met 30.000 man, lang niet meer die uitgelezen troepen, waarmee hij den zevenjarigen oorlog begonnen was, bij Liegnitz tegenover 100.000 Oostenrijkers, die hem in 't O., Z. en Z. W. ingesloten hadden, zoodat dezen zeiden; „de zak is klaar, we hebben hem nog maar toe te halenToen dit Frederik ter oore kwam, zei hij, dat hij wel een gat in den zak zou maken, dat de Oosten rijkers niet zoo gauw weer dicht konden naaien. Op zijn linker vleugel werd Frederik bovendien op grooten afstand nog bedreigd door de Russen, die aan den Oder stonden. In den nacht van 10 op 11 Augustus marcheerde de Koning over Goldberg tegen 's vijands linkervleugel, die terugtrok, na welke beweging ook de overige Oostenrijksche korpsen zich tegenover de nieuwe opstelling der Pruisen plaatsten, zoodanig, dat Frederik nog nauwer was ingesloten dan den vorigen dag. Toen een verdere omtrekking van den nieuwen Oostenrijkschen linkervleugel niet mogelijk was, daar de wegen door het gebergte versperd en bezet waren, besloot Frederik zijn oorspronkelijke positie bij Liegnitz weder in te nemen. Ook de Oostenrijkers hernamen in hoofdzaak hun oude opstellingen, zoodat 13 en 14 1) Zie schets 1 I. M. i'. 1908. 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 109