763 - uit zijn gesprekken met Bernhardi diens besliste competentie in oorlogskwesties blijken moest. Het gevolg was, dat de be sprekingen niet met volkomen openhartigheid en onbegrensd vertrouwen gevoerd werden. Deze oorzaken werkten mede om den oorlog van Italiaansche zijde niet met die doortastendheid en opgewektheid te doen beginnen, die noodzakelijke factoren voor het succes zijn. Ingevolge het operatieplan van La Marmora zou deze met 90000 man achter de Mincio D blijven, met het doel, de Oosten rijkers tot zich te trekken en zoo aan een tweede leger van 70000 man onder generaal Cialdini den overtocht over de Po mogelijk te maken. Aartshertog Albrecht besloot met zijn geheele macht (75000 man) het sterkste Italiaansche leger in de linkerflank te vallen en liet tot het waarnemen van Cialdini's bewegingen niet meer dan één bataljon infanterie en één regiment cavalerie tegen over de Po achter. Op volmaakte en snelle wijze had, zonder dat de Italianen dit vermoedden, de opmarsch der Oostenrijkers in de linie Pas- trengo-Verona plaats. Den 23en Juni werden voor den volgen den dag bevelen gegeven om den vijand, die intusschen de Mincio was overgetrokken en die gevolg van onvoldoenden ophelderingsdienst nog steeds meende, dat de Oostenrijkers zich tusschen Lonigo en Montagnana bevonden2), verrassend uit het N. aan te grijpen, terwijl vier regimenten cavalerie hem in front zouden bedreigen, teneinde den flankaanval zoo lang mogelijk te maskeeren. In den morgen van den 24en bleek intusschen, dat de Italia nen het heuvelterrein tusschen Peschieta en Villafranca bezetten, inplaats van hun marsch in de richting van de Etsch te vervolgen. De aartshertog besloot nu den linkervleugel des vijands op te rollen en den terugtochtsweg der Italianen langs hun linkervleugel heen te bedreigen. Voor deze opdracht werden 1) Zie Schets 2. 2) Deze meening was zoo vast bij de Italianen geworteld, dat zij zelfs, hoe ongeloof lik hot ook moge klinken, eenvoudig geen geloof hechtten aan berichten, dat de Oosten rijkers in opmarsch over de Etsch waren. Geen der Italiaansche bevelhebber?, die zulk een bericnt ontving, heeft het zelts naar La Marmora doorgezonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 113