765 Cerale, nog steeds in de vaste overtuiging, dat de vijand aan de overzijde van de Etsch was, geloofde slechts met zwakke voor uitgeschoven afdeelingen te doen te hebben, bleef met een deel van zijn divisie in marschcolonne, tot hij met zijn colonne door één escadron lanciers op de vlucht gedreven en naar de Mincio te ruggeworpen werd. Slechts een klein gedeelte der divisie werd door de officieren op den Monte Vento verzameld, waarheen nu ook de rest van het le Korps (Durando) werd gedirigeerd, van welk korps de divisie Cerale een onderdeel had uitgemaakt. In plaats van Olioso was de Monte Yento nu het uiterste punt van den Italiaanschen linkervleugel geworden. De moreele gevolgen van de hier beschreven aanvallen op rechter- en linkervleugel en op het centrum deden zich niet slechts bij de aangevallen troependeelen gelden, maar hadden nog een hoogst merkwaardige uitwerking op den persoon van den leider aan Italiaansche zijde. Op hem was de moreele in druk zóó sterk, dat voornamelijk daaraan het verlies van den slag kan worden toegeschreven. Generaal La Marmora was ooggetuige geweest van de atta ques, zoowel van Pulz als van Hartung en Scudier. Daardoor reeds eenigszins zijn kalm overleg verloren hebbende rijdt hij in Z. richting om de divisies Cugia en Govone tot spoed aan te sporen en ziet onderweg de divisie Cerale, die bij Olioso te ruggeslagen was, in de richting van de Mincio vluchten. Dan eerst begrijpt hij, dat de hoofdstoot niet uit het oosten, maar uit het noorden komt en dat zijn terugtochtsweg bedreigd is. Hij verliest dan geheel zijn bezinning, ijlt naar Goïto, om een deel van het 2e korps ter versterking te zenden, wordt er daar aan herinnerd, dat dit ingevolge zijn eigen bevelen Mantua observeert en breekt dan in tranen en jammerklachten uit! Naar het slagveld gaat hij niet meer terug Terwijl door het Italiaansche centrum de aanvallen van Hartung en Scudier waren afgewezen, bleef ook op hun linker vleugel de toestand stationnair. Op den Monte Yento bevon den zich aanvankelijk slechts even 8000 man met 30 stukken, terwijl de generaal Rodic daar tegenover lag met 30000 Oos tenrijkers en 64 kanonnen. Den last van den opperbevelhebber 1) Einfluss der Entfernung auf die Befehlsführung!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 115