769 der marine eerst den 21en plaats hebben. De schepen werden tegen den stroom opgehaald aan trossen, die aan werpen be vestigd waren, welke 's nachts in de nabijheid der vijandelijke batterijen waren uitgebracht. Te 8 uur 's morgens konden de korvet Zeepaard, de kanon- neerbooten en de kiellichters, voor den aanval bestemd, het vuur openen, spoedig door meerdere oorlogsbodems gevolgd. De Zeepaard had een zeer gunstige positie ingenomen, van waar de waterbatterij met veel succes onder vuur werd genomen, zoodat tegen 12 uur de bemanning der kiellichters zich tot den storm op die batterij gereed maakte. Ook de kanonneerbooten en de 16 prauwen van Radja Akil, een Arabier van Billiton, die in onzen dienst stond, slaagden er reeds in, een begin te maken met het forceeren der versperring, toen plotseling van het fregat van der Werff, waarop zich de commandant der marine, de Kapitein ter zee Lewe van Aduard bevond, een signaal werd gegeven, den terugtocht aan alle schepen bevelend. De Ct. der marine was hiertoe overgegaan, omdat bij hem aan boord alleen al 60 dooden en gewonden gevallen waren, een aantal kanonnen tijdelijk onbruikbaar was en bij een drietal oorlogsschepen herhaaldelijk de trossen waren stukgeschoten, waardoor ze afgedreven waren en één nog niet weder opgehaald had kunnen worden. De bevelhebber der expeditie, de Leger-Ct generaal-majoor Merkus de Koek, liet onmiddellijk van af het schip, waarop hij zich bevond, het bevel seinen, stand te houden en verbood daarmede de order van den Ct. der marine tot terugtrekken op te volgen, maar het was reeds te laat, de meeste schepen dreven de rivier al af, zoodat generaal de Koek een tweede sein liet geven, thans ook den terugtocht bevelend. De kans stond voor de onzen, zooals reeds aangegeven, op het oogenblik, toen tot den aftocht besloten werd, zeer gunstig. Bevestiging daarvan werd nog verkregen van een deserteur, die vertelde, dat de kleine waterbatterij reeds bijna geheel platgeschoten en daarom verlaten was en dat ook de bezetting van de groote zich juist gereed maakte om de vlucht te ne men, toen onzerzijds de slrijd werd opgegeven. Het is bekend, dat zich ditzelfde verschijnsel heeft voorge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 119