775
Niemand minder dan von der Goltz eischt ook dit vertrouwen
als grondslag van de discipline en hij haalt daarbij als auto
riteit Darwin aan, waar hij in zijn „Das Yolk in Waffen"
schrijft:
De discipline nu, waarvan hier sprake is, laat zich niet in
korten tijd aanbrengen, zij moet „e i n g e 1 e b t" worden. Daarom
vooral ook is, al zou voor de technische opleiding een korter
tijd voldoende zijn, een vrij lang verblijf onder de wapenen in
de militie-legers noodzakelijk; het aanleeren van de discipline,
het gewennen aan gehoorzaamheid is het voornaamste gedeelte
van de militaire opleiding en vorming. Reeds vanaf het oogen-
blik, dat de soldaat de kazerne voor het eerst betreedt, moet
hij weten, dat hij onder ijzeren tucht staat en dat onvoorwaarde
lijke gehoorzaamheid van hem gevergd wordt. Zijn persoonlijk
heid moet verdwijnen, hij mag nog slechts zich gevoelen als
onderdeel van het groote leger, waar allen, die er deel van uit
maken, met terzijdestelling van eigen belangen en begeerten
medewerken tot bereiken van hetzelfde verheven doel.
Sommigen vinden in aangeboren plichtsbesef een voldoenden
prikkel tot deze achterafstelling van eigen belangen, anderen
en hierbij vooral de minder ontwikkelden moeten daartoe ge
bracht worden door vrees voor de gestrengheid der wet of door
de macht der gewoonte, terwijl bij nog anderen beide middelen
kunnen samenwerken, verhooging en ontwikkeling van plichts
besef naast de strengheid der militaire wetgeving.
Daarom ook kan de vraag: „Drill oder Erziehung?" niet in
positieven zin in een van beide richtingen worden beantwoord;
het antwoord moet luiden: „Drill und Erziehun g." Naast
»Ein jeder Mann in Reih und Glied weiss aus Erfahrung, dass sein Offizier
»die Abteilung in weieher er steht, unter keinen Umstanden verlasst, dass
»seine Truppe einer Familie mit denselben Interessen gleiclit, dass sie, wie
:>diese, in Not und Gefahr unerscliütterlieh zusanimenhalt.
»Daraus sprosst denn jenes Vertrauen, von welchem Darwin spricht 1)
»und in dem der grosse Kenner der Menschennatur die Ueberlegenheit der
"disciplinierten Heere suebt. Gefasst geht der Soldat den feindliehen Kugeln
»entgegen, weil er überzeugt ist, dass sein Nebenmann es ebenso tut, dass seine
»Führer ihn vorausschreiten und er sie nicht im Stieh lassen darf".
1) ,Die Ueberlegenheit, welche disciplinierte Soldaten über undiscipliDierte Massen
zeigen ist hauptsachlich eine Folge des Vertraueos, welches jeder in seinen Kameraden
„setzt".
I. M. T. 1903, 50