784 Een zeer voornaam iets voor onze minderen is de bevordering tot onderluitenant, eene prachtige positie inderdaad. Ook daarbij treffen wij weer te veel theorie aan, immers van de aspiranten wordt gevergd het examen voor sergeant-majoor of adjudant-onderofficier. Wij wenschen niets af te dingen op de waarde van de sergeant majoors betrekking, een positie van vertrouwen, die echter het gemakkelijkst kan worden verkregen, wanneer de aspirant lang in een vredesgarnizoen kan vertoeven. Wat zien wij nu gebeuren? Dat juist de mannen, die veel en langdurig te velde vertoe ven, zich daarbij onderscheiden en onder gevaarvolle en moeielijke omstandigheden zich verdienstelijk maken jegens het Gouver nement, misschien daarbij eene koninklijke onderscheiding ver wierven, de meeste moeielijkheden te overwinnen hebben om het tot onderluitenant te brengen, omdat zij moeten voldoen aan het sergeant-majoors examen! Administratieve geleerdheid dus! en daarom net de verkeerde viereld voor een oorlogs-leger als het onze. 2 in A. O. 1896 No. 2 dient dus te worden geschrapt. Wij gaan echter verder en wenschen ook voor de minderen bevordering bij keuze tot onderluitenant in te voeren maar, en daar vestigen wij den nadruk op, uitsluitend en alleen wegens daden voor den vijand 1). Na terugkeer van den meesterlijken Gajo-tocht onder den overste van Daalen had het dus moeten kunnen gebeuren, dat de troepen voor eene plechtige parade werden vereenigd en de Gouverneur van Atjeh, naar aanleiding van de ontvangen rap porten, voor het front van den troep, fuselier K. tot korporaal, en bijv. sergeant J. tot onderluitenant bevorderde. Wij zijn niet te weten kunnen komen hoeveel onderofficie- 1) Daar dienen toch de militaire belooningen voor. Bevorderingen bij keuze voor een schitterend wapenleit of een uitstekende militaire daad ligt wel in de lijn van A.O. I860 No. IS art. 5, doch men weet wat hierover al te doen is geweest, in ieder geval meer, dan met een enkel woord hier is te zeggen- Objectief is het een mooi beginsel, ware het niet, dat de uiterst moeilijke maatstaf van beoordeeling de deur open zette voor een gevaarlijk nepotisme. De kwestie om billijk te blijven ten opzichte van de aanspraken van anderen is het lastige punt. K.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 134