791
nuttig effect, de totale arbeid van eenige bekwame mannen,
die geroepen worden om in onderling overleg een zelfde taak
uit te werken, steeds blijft beneden de totale som der gaven
van hoofd en hart van ieder hunner, ja, soms daalt tot nul of
erger nog, omslaat in een negatief.
Van die wet maken staatslieden, die een zaak van de baan willen
schuiven en daarbij rekening hebben te houden met een volks
vertegenwoordiging of volksmeening van tegengesteld gevoelen,
gretig gebruik.
Zij behoeven dan slechts de ontwikkeling der punten in ge
schil op te dragen aan een commissie van bekwame mannen
en zij kunnen er gerust over zijn, dat van de heele zaak weinig
of niets terecht komt.
Wat voor staatscommissies geldt, geldt in nog meerdere mate
voor staatscolleges, wier leden n.l., zooals die der A. R., voor het
leven worden benoemd, onafzetbaar zijn, onafhankelijk van eenig
regeeringsorgaan en daarbij last not least, die onafhankelijkheid
synoniem verklaren met onafhankelijkheid van eenige controle,
welke ook.
De verantwoording van den door de A. R. verrichten arbeid
wordt jaarlijks saamgevat in een verslag aan de Staten Generaal en
hoeveel waarde aan het onderzoek van zoo'n verslag mag worden
toegekend, diene, dat de begrootingsrekening, waaraan die arbeid
grootelijks is ontleend, eenige jaren later verschijnt.
Alleen als er stagna.tie ontstaat en de indiening van af te
leveren periodiek vertraging ondervindt, dan eerst treedt naar
buiten, wat niet langer verborgen blijven kon.
Ik denk hierbij aan den belangrijken achterstand, die reeds
tal van jaren geleden, ook bij de A.R. werd geconstateerd en die
aanleiding heeft gegeven tot opneming in de C.W. der bepaling,
dat de leden (desnoodig dus tegen hun zin) worden ontslagen,
wanneer zij den leeftijd van 65 jaren hebben bereikt.
Is dit niet reeds op zich zelf een klaar bewijs, dat bij
voor het leven benoemden op den duur het vermogen vermindert
aan eigen arbeidskracht en eigen arbeidswaarde den juisten
maatstaf aan te leggendat zij vervallen tot zelfdwaling, in die
mate zelfs, dat in de wet waarborgen moesten worden gezocht,
opdat het college niet zou worden een vereeniging van grijsaards,
I. M. T. 1908. 51