813 Welnu, waarom zullen wij pessimistisch zijn, waarom zullen wij niet blijmoedig de beweging, die ontegenzeggelijk in de inlandsche maatschappij aan het werken is, de hand reiken en leiden Waarom zullen wij wachten totdat die beweging stijgt en morgen misschien zich zelf banen zou kunnen kiezen die niet de onze zouden zijn? Wij staan hier tot op zekere hoogte voor een proef die door de noodzakelijkheid is geboden, maar die met blijden moed mag worden genomen. En ik zeg dit o. a. op grond van de ervaring in Britsch-Indië opgedaan. In Britsch-Indië is men ons in dit opzicht een heel eind voor. Hu is het in hooge mate leerzaam om eens kennis te nemen van de resul taten met inlandsche rechterlijke ambtenaren daar opgedaan. Toen daar deze zelfde quaestie aan de orde kwam, heeft men dezelfde argumenten van onbetrouwbaarheid, onzelfstandigheid gehoord, als die nu hier zijn aangevoerd. De maatregel is toch desniettemin doorgevoerd, en in den loop der jaren hebben al die bezwaren plaats gemaakt voor de meest onbewimpelde ingenomenheid met de inlandsche rechterlijke ambtenaren. Hun volle betrouwbaarheid wordt geheel erkend. En om misverstand te voorkomen, voeg ik er dadelijk bij, dat die inlandsche rechtsgeleerden in Britsch-Indië zelf hun opleiding hebben ontvangen. Allengs is dan ook de rechtspraak bijna in haar vollen omvang aan inlanders toever trouwd. In het werk van sir John Strachey getiteld: rIndia. its admi nistration and progress" waarvan in 1903 een nieuwe druk is verschenen, komen in dit opzicht allerbelangrijkste mededeelingen voor. Tegenwoordig, schrijft hij, zitten inlandsche rechters de groote meerderheid der rechtbanken voor, met uitzondering van de hoven vau appèl, waarin zij echter ook zetels bekleeden. De geheele rechtspraak in civiele zaken is in hun handen; zij oefenen rechtsmacht uit in civiele zaken gelijkelijk over inlanders en over Europeanen. En vooral het oordeel over de wijze waarop de inlandsche rechters, er zijn er in Britsch-Indië niet minder dan 3600, hun taak vervullen, is hier van groot belang. Veertig jaren geleden, zegt Strachey, werden de inlandsche ambtenaren slecht betaald, ze waren vergelijkenderwijs ongeschikt voor hun taak en niet altijd vertrouwbaar. In dit opzicht heeft een groote verandering plaats gegrepen. Niets is in de jongste geschiedenis van Indië merkwaardiger geweest dan de verbetering die de standaard der zedelijkheid onder de hooge rangen van inlandsche ambtenaren onderging. Voor een groot deel is dit zeker te danken aan het feit dat hun tegenwoordige positie en bezoldiging veel beter is dan vroeger en dat verleiding tot omkooping is weggenomen, maar het valt niet te betwijfelen dat ook veel te danken is aan hun betere opleiding. Een andere machtige invloed is zwijgend doch standvastig werkzaam. De inlandsche ambtenaren hebben sedert een lange reeks van jaren het voorbeeld genoten van de onberispelijke eerlijkheid van de voor de hoogere rangen van den openbaren dienst werkzame Engelschen. Het leven in een omgeving van ambtelijke rechtschapenheid heeft de inland sche rechters en magistraten ook eerlijk gemaakt. Onze inlandsche rechtskundigen zullen hetzelfde voorrecht genieten. Beeds in 1883 gaf de lord-kanselier in het Hoogerhuis als de vrucht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 163