828 voldoen aan de verschillende taktische eischen. Deze alleen op den oorlog geba seerde vormen, zullen natuurlijk vrij ruw schijnen en het spreekt van zelf dat voor eerbetoon, parade en dergelijken bizondere vormen moeten bestaan. Wij zullen hier alleen beschouwen de vormen voor de opstelling en beweging, van het aantreden tot de vuuropening. Wat betreft de beweging van den enkelen man in de afdee- ling, deze moet gewoon gaan of loopen op zijn eigen wijze en trachten op zijn plaats in de afdeeling te blijven; geen in den pas marcheeren of exercitiepas mag geëischt worden. Onze langeweg-marsch geschiedt reeds op deze wijze. Het geweer wordt zonder commando in de hand gedragen. Onder bi zondere omstandigheden, zooals in dicht bosch, bij nacht, in de nabijheid van den vijand, houden wij het reeds zoo. In het Fransche en Japaiische leger worden handgrepen heelemaal niet gecommandeerd. De gesloten en de geopende orde moeten slechts dienen om de troepenbewegingen en ontwikkelingen zeker en snel volgens den wil van den aanvoerder te doen geschieden. Een wenk van den aanvoerder zal voldoende zijn om de beweging naar een bepaalde richting in te leiden, de richting naar believen te wijzigen of de bewe ging te staken. Het aangeven van richtpunten voor den marsch is overbodig. De richting op den aanvoerder is op moreele gronden vóór alles aan te bevelen, want op hem moeten de lieden letten en hem moeten zij ten allen tijde volgen. In de verspreide orde is zulks thans reeds het geval en in de gesloten orde bij de compagniescolonne volgen de sectiën hun vooruitgaanden commandant. Wij hebben vormen noodig voor: le. marcheeren, verzamelen en manoeuvreeren; 2e. het eigenlijke gevecht. In alle legers wordt op den weg met vieren gemarcheerd. Deze marschcolonne de groepencolonne moet vervallen moet zoodanig gevormd worden dat de groepen eener sectie, met inbegrip van de G. Cdten zich met vieren achter elkaar plaatsen, terwijl ook opstelling met eenen, tweeën, en zessen bevolen moet kunnen worden. Een bepaalde volgorde der manschappen in de groep, der groepen in de sectie, enz. wordt niet vereischt, terwijl ook geen op gelijke sterkte brengen der groepen en sectiën plaats vindt, zoodat de lieden voor eens en voor altijd onder denzelfden aanvoerder staan. De huishoudelijke indeeling der compagnie behoort zich naar de tactische te regelen. Het beginsel, de lieden altijd onder denzelfden aanvoerder te laten, ook wanneer de afdeelingen van verschillende sterkte zijn, wordt in het Russische reglement tot de patrouille doorgevoerd. Evenals bij het formceren der colonne met vieren, moet ook voor den overgang in de colonne met eenen en tweeën een nauwkeurige regeling der uitvoering achterwege blijven, evenals tegenwoordig tijdens de oefeningen op moeilijke gedeelten van den weg het afbreken en op- marcheeren van zelf geschiedt. Er wordt niet doorloopend genummerd, er is geen eeiste (voorste) en tweede i achterste) gelid. Het aan rotten zetten der geweren geschiedt groepsgewijze. De compagnies (front) colonne wordt geformeerd door de sectiën naast elkaar te plaatsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 178