840 ook slechts in tijd van vrede bij de hoogere troepencommando's bureau- diensten verrichten. Deze hebben als onderscheidingsteeken vangsnoe ren. Maar afgescheiden hiervan kan men van het Turksche officierskorps, zooals het thans is slechts getuigen, dat het, dank zij de africhting door Duitsche instructeurs, in het bjjzonder de vorming van troepen aan voer ders door Generaal von der Goltz-Pascha, een groot aantal voortreffe lijke, ijverige en duchtige aanvoerders bezit, waarvan alleen maar te wenschen was, dat men ze steeds op de rechte plaats aanwendde. De Turksche officier krijgt wel is waar geen groot baar tractement, maar daarentegen, al naar gelang der betrekking ruime rations in natura of in geld. Zoo bijv. een luitenant met een maandelijksch tractement van 250 piaster (piaster 14 cent) 27 K.G. vleescli, 180 rations brood elk van 500 Gram, 14 K.G. rijst, 4 K.G. groenten, uien enz. 2 K G. zout,'s win ters thee, 900 K.G. hout tot bereiding der maaltijden, bovendien vrije woning en de luitenants en kapiteins vrije uniform. (M. W. No 19) Engeland. De Legerreorganisatie. Het is waarlijk geen kleinigheid, hetgeen van de „County Associations" wordt gevergd. Het handelt zich toch om 12000 officieren en 300000 manschappen. Het is nog wel op papier, maar ze moeten er toch zijn en door onderhandelingen met de werkgevers vrij gemaakt worden om aan de wapenoefeningen deel te nemen. De Graafschappen zullen de enkele afdeelingen organiseeren en hunne gansche verpleging, ook wat de voeding betreft, regelen, voor het noodige onderkomen, oefen- en schietterreinen zorgen, magazijnen aanleggen, kleeding, uitrusting, wape ning en munitie opbewaren en verzorgen, de aanvulling voor de noodige paarden regelen. Op de moeielijkheid van het verkrijgen van het noodige paardenmateriaal in tijd van oorlog, werd reeds kortelings ge wezen: volgens het oordeel van der zake kundigen, zal dat thans onmo gelijk zijn. Maar de graafschappen hebben de opdracht, ook de behoefte aan paarden bij de mobilisatie van het staande leger te dekken. Zij moeten zelfs voor de reservemanschappen zorgen Bijzondere zorg baart den deskundigen de vraag, hoe de door Minister Haldane voorgestelde 196 batterijen veldartillerie voor het territoriale leger zullen worden bijeengebracht. Daarbij komt men niet alleen paarden te kort, men zegt ook dat het onmogelijk zal zijn de menschen in zoo korten oefeningstijd tot kanonniers en stukrijders op te leiden, die be hoorlijk kunnen richten en schieten en in slecht terrein hun geschut naar behooren kunnen voeren. Niemand minder als de veldmaarschalk, Lord Roberts, heeft in het Hoogerhuis verklaard, dat zulke batterijen niet alleen zonder eenige waarde zijn, maar zelfs ernstig gevaar zullen opleveren". Doch de burger Minister van Oorlog blijft bij zijn voorstel en laat het aan de graafschappen over om ook deze harde noot te kraken (X. M. B. No. 72)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 190