BOEKBESCHOUWING. De Hoofdlijnen van het Nieuwe Japansche Infanterie- Regdement door W. R. de Greve Majoor v/d Gen. Staf. Hoewel in aflevering 5 over deze lezing in de Indische Krijgskundige Vereeniging reeds het een en ander is opgemerkt, zoo moest eene na dere beschouwing blijven liggen tot de voordracht in druk was ver schenen. Wij hebben met opzet eenigen tijd gewacht met het gedrukte verslag in te zien om volkomen vrij te zijn van den indruk, dien de aangehoorde lezing op ons had gemaakteen indruk waaraan we niet zoo gemakke lijk konden ontkomen, omdat er zoo veel was in de voordracht, dat ons bekoorde, door de krachtig uitgesproken meening. En nu er sedert een goede twee, laat ons zeggen drie maanden, zijn verloopen en we nog eens, voornamelijk de eerste bladzijden, doorliepen, bleek het, dat ze nog niets van hunne frischheid hadden verloren. Er is sedert heel wat gaande geweest over het feit, dat uit den boe zem van het Departement van Oorlog, en nog wel uit het lichaam van den Generalen Staf zoo krachtig een stem heeft weerklonken tegen den geest van ongebondenheid, die zoo geleidelijk in het Leger is doorge drongen. De Java-Bode schreef over de lezing in haar nummer van 29 Juni: De, daarin neergelegde begrippen zijn in scherpe tegenstelling met de op vattingen, die in vele, o.a. ook in onze reglementen, gehuldigd worden. Toch mag men aannemen, dat voor die voordracht het geheele indische le ger den majoor de Greve dank mag weten, omdat er zoo zuiver en duide lijk in uitkomt, hoe voorzichtig men dient te wezen met het, zonder meer doorvoeren van de zoogenaamde nieuwe richtingin de opleiding en oe fening van het leger, er een zoo ernstige waarschuwing in opgesloten ligt. De eerste alinea, waarin gesproken wordt van opvattingen in „onze reglementen" is niet juist. Het „Reglement op de exercitiën der In fanterie" is volstrekt niet in scherpe tegenstelling met de denkbeelden in het Japansche Leger gehuldigd, wat betreft de zoogenaamde nieuwe richting'''' want dat reglement is ondanks de tijdstroommgen nog vrijwel hetzelfde gebleven, en nog vrij ouderwetsch. Eerst nu zijn in Nederland weer eenige wijzigingen aangebracht, die in no. 7 van het Tijdschrift zijn opgenomen, om de belangstellende lezers te waarschuwen op de dingen, die komen zullen. Er is slechts een Voorschriftlater terug gebracht tot een Leidraad dat een andere richting heeft aangegeven van oefening en opleiding en nog wel alleen voor de Infanterie. Het Voorschriftvan "1897 werd in 1905 vervangen door een nieuw,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 204