864
enz). Dit is niet de gewenschte toestand, niet waar Aan recruten
worden geen overgangsvoorwaarden gesteld, juist, maar dat beteekent
eigenlijk, dat in het 8. V. geen voorwaarden zijn aangegeven.
Ieder comp. comdt., ieder Bat. eomdt. stelt nu zelf' eischen. Zoodat
het wenschelijk is een eisch vast te stellen. Welke? Dat is later uit te
maken, als er gegevens zijn verkregen omtrent hetgeen men redelijker
wijze kan eisohen m. a. w. als wij meer ondervinding hebben opgedaan
omtrent het nieuwe S. Y. met het oog op de sohietopleiding van reernten.
iSu kan schutter A. bij C. Ct. B. teruggesteld worden tot de voorberei
dende oefeningen, terwijl hij bij C. Ct. C. zoude toegelaten worden tot
de individueele oefeningen (Zie de circulaire van den chef van het wapen
omtrent afgeëxerceerde recruten). L. zegt, dat 6 a 7 weken niet voldoende
zijn om den man een groote schietvaardigheid (ik cursiveer) bij te
brengen. Volkomen juist, dat kan nooit met 22 oefeningen. Iets anders
is het echter, dat de tijd voor de voorbereidende oefeningen voor Eu
ropeanen, volgens de berekening van L., juist 7 weken wordt. In
4 maanden afexerceeren, 9 weken schieten, rest 7 weken voor de
voorbereidende oefeningen dus vóórdat zij beginnen met schieten. Ge
durende de 9 weken echter ook voorbereidende oefeningen, in^evol^e
30 S V. laatste alinea.
(Het zij hier opgemerkt, dat de door L. aangehaalde bepaling uit de
circulaire van den chef van het wapen omtrent vaardigheid in het snel en
gericht in den aanslag brengen eenigszins in strijd is met de laatste
zinsnede dezer paragraaf, want nu moet wel gewacht worden met vol
gende oefeningen).
Is die tijd van 7 weken te kort? Welnu, zij is te verlengen en wel
op de volgende wijze.
Laat ons ook de voortgezette oefeningen in den vervolge gaan schieten
buiten het garnizoen, bij wijze van meerdaagsche oefening. Eiken dag
2 oefeningen bijv. dan zijn daarmede gemoeid (13 4): 2 9 dagen°
dus met heen- en terugmarsch en een Zondag rond 2 weken. 3 weken
voor de schoolschietoefeningen in het garnizoen, resten 16—5
11 weken voor de voorbereidende oefeningen.
Voor Amboineezen en Inlanders wordt die tjjd 4 en 8 weken langer
9 Leidraad voor opleiding en oefening der Infanterie).
Maar niet altijd zijn die 7 weken te kort. Zoo de klasse, die in
Maart is begonnen te schieten. Zij bestond uit recruten die 1 Januari
of iets later waren overgenomen en reeds eenige maanden recruut waren,
die voor het meerendeel reeds vroeger hadden geschoten, ja zelfs ook
uit recruten, die in Holland, volgens hun zeggen, het systeem Fabius
hadden doorloopen, ja ik meen dat er een bij was, die beweerde volgens
die methode reeds scherpschutter te zijn geworden. Yoor zulke menschen
kan 7 weken voldoende zijn, niet waar?
Als L. hieraan had gedacht, dan zoude Z.E.G. zeker wel meer in het
algemeen hebben gesproken en niet een algemeene bemerking hebben
gemaakt op een bepaald geval. Yoor menschen, die nooit een geweer
in handen hebben gehad, is de tijd te kort, dat geef ik volkomen ge
wonnen.
En dit is dan ook niet geschied, zoodat het middelste gedeelte van
blz 598 van af' „Inverband met genoemde feiten" tot „slechts enkele offi
cieren, die er in ziften" voor kennisgeving wordt aangenomen.