878
temin kan een gepasten eerbied en bewondering voor de groote
daden van onze voorgangers bij den soldaat worden wakker
geroepen, nog eerder misschien door een eenvoudig en onopge
smukt verhaal dan door brallende en opgesierde redevoeringen.
Wanneer het gevoel voor een roemrijk verleden niet bij de
soldaten aanwezig is, dan zijn de officieren daar om hen daarmede
bekend te maken. Vooral ook in het Indische leger met zijn
afgerichte manschappen kan gemakkelijk een paar uren theorie
per week aan de krijgsgeschiedenis gewijd worden, inplaats van
de mannen te vervelen met het herhalen van reeds lang be
kende voorschriften.
Al zou het alleen uit een oogpunt van traditie en psychologie
zijn, dan verdient ook het vaandel bij den troep behouden te
blijven, al volgt het niet als vroeger tot in de voorste gevechtslinie.
Zij, die alleen oog hebben voor den practischen kant en het
ideale in de oorlogvoering ontkennen, bepleiten sinds eenige
jaren de afschaffing van vaandels en standaards, maar een goed
leger, bezield met korpsgeest en toewijding aan de te verdedigen
zaak, ziet in het vaandel iets meer dan een lap zijde met goud.
De bewonderingwekkende heldendaden in alle oorlogen volbracht
tot behoud en verdediging van het vaandel moesten deze mate
rialisten tot andere overwegingen stemmen. Het is zooals A n d r
Ga vet in „L'art de commander" schrijft:
„En temps de guerre il est nécessaire que nous matériali-
„sons cette notion de patrie en donnant a notre armée un objectif
„de défense et a l'ennemi un objectif de prise".
Onder vele andere voorbeelden levert de bekende vaandel
episode bij Lemboe (25 December 1878) er een op, om te be
wijzen hoe de zucht om het vaandel te beschermen de grootste
moeilijkheden doet overwinnen. Door het moedig optreden van
den adjudant-onderofficier von Bredow, die zich met het
vaandel door de bamboe-doeri versperring aan den voet der
vijandelijke borstwering had heengewerkt, namen de soldaten
een laatsten onstuimigen aanloop en veroverden de vijandelijke
stelling, terwijl kort te voren hun toestand door de geweldige
hindernissen en het zware vuur bijna onhoudbaar had geschenen.
In den Russisch-Turkschen oorlog hadden bij den aanval op
Scheino wo in 't Z. van den Schipka-pasde Russen reeds een