881
Napoleon bezat wel in de hoogste mate de macht zijn soldaten
te electriseeren, op een wenk van hem gingen zij tevreden en
zonder aarzelen een zekeren dood te gemoet.
Een aanvoerder, die de genegenheid en de achting zijner
minderen geniet, kan alles van hen gedaan krijgen, terwijl
diezelfde soldaten misschien reeds voor geringe moeilijkheden
terugdeinzen, wanneer zij worden aangevoerd door een persoon,
voor wien zij slechts onverschilligheid of erger afkeer hebben.
Hieraan moet ook wel het zoo verschillend oordeel worden toe
geschreven, dat door Indische officieren over de bruikbaarheid
van den Javaan als veldsoldaat geveld wordt. Sommigen weten
met dezen belangrijk succes te behalen en prijzen hem als
moedig, doortastend en vastberaden, anderen verklaren dat hij
voor het militaire handwerk ten eenenmale ongeschikt is. De
kennis van hun taal, die de Javanen onwillekeurig dwingt tot
eerbied en vertrouwen, zal hierbij wel een groote rol spelen.
Enkele eenvoudige woorden tot den Javaan in zijn moedertaal
gericht, verzekeren den meerdere meer toegenegenheid dan een
langdurige omgang, waarbij een vreemde taal tot voermiddel moet
dienen.
Genegenheid en achting van den troep moet de officier zich
dus mede in de eerste plaats zien te verwerven.
In een interessant dagboek uit den Russisch-Japanschen Oorlog1)
komt de Russische kapitein Abramowitsj eveneens tot die
conclusie
„Er komt een mooie heldere nacht, de maan schijnt zoo helder
„dat men van de veldwacht uit de schildwachten achter de
„brug kan zien. Met Koekoesj kin en Igosjin, ben ik alle
„posten rondgegaan, daarna naar de veldwacht, waar men voor
„mij een tentje met een nachtleger had opgezet, teruggekeerd
„en nog lang met de manschappen gepraat. We zijn vrienden
„geworden. Alles wat wij samen doorleefd hebben, heeft ons
„aan elkaar gehecht, alles wat hun geestelijke wereld van de
„mijne scheidde, is als 't ware glad gestreken en we staan
„tegenover elkaar als menschen en niets meer.
„We spraken over onze huisgenooten, vertrouwden elkaar onze
„verwachtingen toe, biechtten elkaar op hoe het ons in die
1) Vertaling van C. J. A Statkowski in de Mililaire Gids 1906.