673 telden de Oostenrijkers nog ±100.000 man infanterie en 11.000 ruiters Gedurende den nacht gingen de divisiën Boudet en Legrand op den linkeroever over. De aanvoer van Fransche troepen ging alles behalve vlug de groote brug was door eene met den stroom afdrijvende, zware schuit opnieuw gedeeltelijk vernield, zoodat eerst tegen 11.30 v.m. van den 21sten Mei de overgang voortgezet kon worden. Nadat te 2 u. n. m. de kurassiers van Espagne en de lichte cavalerie van Marulaz op het Marchfeld aangekomen waren, stond alles voorloopig stil. Aartshertog Karei had van een hooggelegen punt de bewe gingen der Franschen kunnen waarnemen en gaf nu te 10 u. v.m. (21 Mei) naar het schijnt, ook op aansporing van Keizer Frans II den last om tot den aanval over te gaan. Toen tusschen 1 en 2 u. n.m. de voorwaartsche beweging der Oostenrijkers door de Franschen bemerkt werd, schijnt Napoleon aan teruggaan op Lob-Au gedacht te hebben, te meer, daar hem te voren het onklaar geraken van de groote brug ge meld was. Hij besloot echter stand te houden, toen hem me degedeeld werd, dat de groote brug weer hersteld was. Hij beschikte toen over slechts 15000 man infanterie en 6000 man cavalerie op den noordelijken oever. Hij liet deze troepen in de lijn Aspern Essling stelling nemen om hier de Oostenrijkers af te wachten, in de hoop, dat zijne overige troepen spoedig genoeg van den rechteroever zouden aankomen, niet alleen om een standhouden mogelijk te maken, maar ook om eene guns tige beslissing te verkrijgen. Tegenover de vijfvoudige overmacht der Oostenrijkers scheen de uitslag niet twijfelachtig. Echter liet de leiding van den aanval alles te wenschen over, zoodat de Franschen zij 't ook ten koste van groote inspanning hunne stelling behiel den. Te 6 u. n.m. verscheen de divisie Saint-Cyr, 6900 man, een uur later de kurassierbrigade Saint-Germain van de divisie Nausouty en deelen van de cavaleriedivisie Saint-Sulpice, te zamen wellicht 2700 ruiters. Het invallen van de duisternis maakte aan den slag een einde. I) II, blz. 210.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 23