917 afspiegeling kan worden, bereid ben, mijn mandaat ter beschikking van de uitgevers te stellen, opdat die volkomen vrijheid van handelen krijgen en U, van uwe zijde wel niet in gebreke zult blijven hen met uwen raad en aanbeveling van een of meer personen ter zijde te staan. Want ook zij sparen moeite noch kosten om ons orgaan te doen bloeien en waar ik hen mede werking heb toegezegd, zal ik mijn woord ook houden zelfs als het in het belang van de zaak beter is dat een burger mijn plaats inneemt. Aan alle voorwaarden, om ons orgaan te doen worden wat ge wenscht, wil ik van mijne zijde dus medewerken. Belang inboezemende stukken opnemen we vroegen al om toezending van af No. 1 het vrije woord verleenen het is nooit geweigerd aan hem, die er voor durfde uitkomen, zelfs niet aan anonyme schrijvers, natuurlijk binnen de wettelijke perken, die ge trouwens ook zelf aangeeft; en eindelijk zoo noodig heengaan. Ge ziet dat daarvoor dus uw martelproces niet noodig is. Maar op mijn beurt vraag ik nu aan U om daden. En in afwachting van eventueele redactie verwisseling verwacht ik van U, dat U door toezending van eenige artikelen een aanvang zult maken met het openen van nieuwe banen en een frisschen geest zult inblazen in het duffe bedompte" Indisch Militair Tijd schrift, dat zich in het geheel niet tegen die kuur zal verzetten. Op eerbiediging van het Redactie geheim kunt U van zelf rekenen. Kameraad, het is U te doen om de zaak, niet waar? Mij ook. Ik reken op U, en geloof me intusschen gaarne Uwe Dw. H. A. Kooij, Redacteur vlh. I. M. T. Naschrift. We hebben deze ongezochte gelegenheid dankbaar aange grepen, om een bewijs te geven dat het ons werkelijk ernst is het Indisch Mil. Tijdschrift te ontrukken aan het oude voor oordeel, dat zoo velen en ook wij zelf er tegen hadden, n. 1. dat het geen getrouw beeld gaf van wat er in het korps om ging wat de gedachten der officieren het meest in beslag nam. I. M. T. 1908. 59

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 269