- 677 zijne legerkorpsen in beweging, meenende, dat Macdonald achter de Katzbach eene verdedigende houding aangenomen had. Zoo kwam het op dien dag tot een ontmoetingsgevecht op groote schaal. Tegen den middag begon de slag. Blücher's linkervleugel, het korps van Langeron, stond rechts tegen de Woedende Neisze aangeleund. York's voortroepen waren voor overmach tige, Fransche afdeelingen geweken op de hoofdmacht, welke rechts van Langeron's korps was opgemarcheerd. Sacken was nog in beweging van Mahlitsch naar Eichholtz. Kort na den middag ging Lauriston over tot den aanval op Langeron, die eene sterke stelling bezet had. Het korps van Gérard en de cavalerie van Sebastiani ondervonden een langdurig oponthoud bij het doortrekken van Kroitsch, het overtrekken van de Katzbach over de brug ten Zuiden van dat dorp en van de Woedende Neisze. Na bij Nieder Crayu de Woedende Neisze te zijn overgetrokken, waren deze troepen te 2 u. n.m. gedeeltelijk op het plateau ten Oosten van de Neisze aangekomen, gedeeltelijk langs verschillende, moeilijk begaanbare wegen daarheen in aantocht. Het korps van Sou ham bevond zich toen nog ver weg op den linkeroever van de Katzbach in de richting van Liegnitz. Het Fransche leger was dus door Katzbach en Woedende Neisze, welke beide rivieren sterk gezwollen waren, in drie groepen: Lauriston, Gérard-Sebastiani en Louham, verdeeld; daartegenover stonden Blücher's troepen geconcentreerd, doch door de Woedende Neisze in twee groepen: Langeron en York- Sacken verdeeld. Alzoo Lauriston met 17000 man tegenover de 24000 man van Langeron, en Gérard-Sebastiani met 27000 man tegenover de 55000 man van York en Sacken. Zoodra Blücher den toestand tegenover zijn rechtervleugel overzien had, gaf hij bevel tot den aanval, welke onder deze omstandigheden bijna niet kon mislukken. In groote wanorde werden de Franschen teruggeworpen op de défilé's in hun rug. De aankomst van één divisie van het korps van Souham, welke over Kroitsch-Nieder Crayn gemarcheerd was, kon deze ramp niet afwenden, evenmin de twee andere divisiën van hetzelfde korps, die eerst na het invallen van de duisternis op het gevechtsveld verschenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 27