937 vandaan zal komen? Waarom niet ten O. van den hoofdweg ook seinposten opgericht? Ziehier de verschillende vragen, die wij ons thans stellen Uit het bevel blijkt thans voldoende dat de commandant, evenals wij, den vijand bij Gembol eenigen tijd zal trachten op te houden. Door het uitzenden echter van ongeveer de helft van zijne macht, loopt de detachementscommandant gevaar dat het uitgezonden gedeelte öf bijna niet in actie komt öf eene ontmoeting heeft met een sterke afdeeling van de tegenpartij, waarbij het 't gevaar loopt geslagen te worden, terwijl in dat geval hulp zoo goed als uitgesloten is, vooral wanneer de vijand ook langs den grooten weg optreedt. Voor de wijze, waarop wij sedert het aanbreken van den dag gehandeld zouden hebben, verwijzen wij naar de aan het bevel voorafgaande beschouwingen. Van 7 tot 8 uur v.m. werd respectievelijk bericht dat twee compagnieën vijandelijke inf. op den hoofdweg marcheerden (waar en op welk uur werd niet gemeld), dat een cav. pa- trouile zich op den rechtervleugel had vertoond en dat vijandelijke cav. van uit Prampelan en Barang Djoerang verkende. Intus- schen was een sectie van de reserve als verkenningsdetachement naar den rechtervleugel gezonden. Veel wijzer werd de partijcommandant niet door deze be richten en moest hij dan ook tot 9,40 v.m. wachten, alvorens iets van belang te vernemen. Toen kwam namelijk het be richt van den Commandant van het 6e Bat. inf. luidende Om 10.5 v. m. berichtte de seinpost op den G. Kendali Sada dat vijandelijke inf. met art. zich te Pontja Rasa bevond, waarop de partijcommandant aan den commandant van het 6e Bat. het bevel zond: Is het juist gezien van den partijcommandant om naar aan- „Pakopen door vijand bezet. Eigen inf. trekt onder bezighouden terug op ravijn tusschen Prampelan en Pontja Rasa, waar stand wordt ge houden." „Trek zoo noodig over Gembijang naar het Zuiden. Wij trekken terug op Rengas. Bemoeilijk den opmarsch van den vijand. Een coinp. inf. marcheert over Doplang om vijand in de flank te bestoken."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 289